Hervormde kerk St Maarten - Protestantse Gemeente Mariëngaarde
In gebruik
(Kerk)gebouw
De belangrijkste state van Hallum was de op een terp gelegen Offingaburg uit de 11e eeuw of nog eerder. Waarschijnlijk hebben de bewoners van de state een sleutelrol gespeeld in de totstandkoming van kerk en kerkhof te Hallum. | |
Kapel gebouwd in de 11e eeuw. een houten kerk. Van deze kerk is niks bewaard gebleven, mede vanwege vernielingen door de Noormannen. | |
De kapel brandde in 1153. In 1155 werd de kapel hersteld. | |
De kapel is het oudste deel van het kerkgebouw. Deels zijn in de muren tufsteen aanwezig. De noordmuur is versierd met een opklimmend boogfries. De oostelijke muur van deze kapel had oorspronkelijk een apsis. | |
Het kerkschip heeft twee aangebouwde kapellen. De noordelijke kapel (wel Lytse Toer genoemd) is het oudst en is van omstreeks 1100. | |
In ca. 1180 werd een nieuwe stenen kerk gebouwd. Het schip is toen enkele meters naar het oosten opgeschoven. | |
In een periode van zo'n 50 jaar kwam omstreeks 1275 een grote gotische dorpskerk gereed - op het door een Ringweg omgeven kerkhof - bestaande uit een zes traveeën lang schip met vijfzijdige koorsluiting. De kerk kan als romano-gotisch worden gekarakteriseerd. Aan de noordzijde hoge, grote en met een spitsboog afgesloten vensters en klimmend boogfries aan de uitbouw, die overigens ook zeer oud tufstenen muurwerk vertoont en een restant van een oudere kerk kan zijn. Kloosterorden hadden vaak de leiding bij de bouw. vanaf 1235 werden bij de bouw van de kerk "Friezen" (bakstenen) gebruikt. In de beginperiode waren er nog geen banken in de kerk. De ingang in de zuidmuur was voor de mannen en jongens, die in de noordmuur voor het vrouwelijk geslacht. Pas in de late middeleeuwen kwam er een preekstoel in de kerk. | |
Ook de 15e eeuw werd als bouwperiode genoemd. Het "zuiderkruis" deed in de Franse Tijd dienst als wachtkamer. Vandaar de naam Koarte Gaarde (een verbastering van Corps du Garde). | |
In de 15e eeuw had de kerk al een toren.Tijdens het conflict tussen de Schieringers en de Vetkopers in 1464, werd de toren in brand gestoken. | |
Klokkenstoel met gelui van twee klokken, waarvan één van G. van Wou en J. ter Steghe, 1542, diam. 140,5 cm., en één van J. Noteman, 1648, diam. 120 cm. | |
Hallum was in de 16e eeuw een aanzienlijke plaats, door de vele adellijke geslachten en states, alsmede door de aanwezigheid van het Klooster Mariëngaarde. Dankzij het klooster, dat in 1163 was gesticht door abt Frederik (Freark) fan Hallum. Frederik is na zijn dood zalig verklaard. Zijn stoffelijke resten zijn na de Reformatie heimelijk naar de Zuidelijke Nederland overgebracht. De eigendommen van het klooster werden na de Reformatie geconfisqueerd en er bleef tenslotte niets van over. | |
Toen in de 16e eeuw de kap werd vernieuwd, kreeg deze een dakruiter. | |
De oude stompe toren stortte op 26 april 1804 's avonds om 5 uur in, waardoor het in de kerk aanwezige Hinsz-orgel uit 1768 verloren ging. Tot dan toe waren er drie klokken geweest. Na herbouw van de toren was er geen ruimte meer voor een derde klok. Deze klok werd verkocht naar Mantgum. | |
De in drie geledingen opgaande toren met aanbouwen werd in 1806 gebouwd. | |
De kerk bezit een preekstoel van 1775 is vervaardigd door Willem Groeneveld en heeft een zeszijdige kuip met voluutpilasters op de hoeken waarop de vier evangelisten zijn afgebeeld. De kansel is rijk gesneden met bijbehorende trap, achterschot, klankbord, doophek; drie herenbanken, drie rouwborden en een groot aantal (onzichtbare) grafzerken. De kerk heeft minstens vier grafkelders, waarvan twee in het Noorderkruis. | |
De uit 1806 daterende peiwand vormt de afscheiding tussen het portaal en de kerkzaal. | |
In 1877 is de kerk vernieuwd, aanbouwen aan de vierde travee aan noord- en zuidzijde, waarvan die aan de zuidzijde door zadeldak tegen topgevel, die aan de noordzijde door zelfstandig dak door spits torentje bekroond, gedekt worden. | |
De overhuifde Martinusbank kent 17e eeuwse elementen, die ouder zijn dan de rest van de bank. De Sixmabank is eveneens overhuisd en dateert van omstreeks 1630. De 17e eeuwse Mormansbank is genoemd naar Jacobus Moorman, die in 1788 voogd van het Poptaslot in Mars(s)um werd. | |
Het vijfzijdig afgesloten koor is in 1865 vernieuwd. Voor het schip van de huidige kerk is de tufsteen van de oorspronkelijke kerk opnieuw gebruikt. | |
De beide klokken werden in de Tweede Wereldoorlog uit de toren verwijderd, maar keerden in januari 1946 terug waarna zij op 1 april van dat jaar teruggeplaatst werden. | |
De Gereformeerde kerk van Hallum en de Hervormde gemeente Hallum-Hijum-Finkum hebben een protestantse gemeente (PKN-kerk) gevormd. Wisselend gebruikt men beide kerkgebouwen. De nieuwe gemeente draagt de naam van Mariëngaarde, genoemd naar het klooster dat hier stond. | |
De kerk is een Rijksmonument. | |
Kerkrestauratie 2011/2012. Ook het uurwerk en de torenklokken werden gerestaureerd. | |
In maart 2012 is de kerk weer in gebruik genomen. |
Bronvermelding van het (kerk)gebouw
Boeken | |
Dorgelo, Wim; De Groninger orgelmaker Albertus Anthoni Hinsz (1704-1785)9 10 | |
Gierveld: 250 jaar Hinsz-orgel Leens 26 | |
Gierveld: het Ned huisorgel in de 17e en 18e eeuw 138 | |
Gregoir, Edouard Georges Jacques (1822-1890): Historique de la facture et des facteurs d'orgues, Antwerpen (1865)44 45 289 | |
Hess 26 | |
Jongepier, Jan: Frieslands orgelpracht I 57*; uitgave Boeijenga, Sneek 1970 | |
Jongepier, Jan: achter het Friese orgelfront - tentoonstelling orgelbouw (1776-1926)6 | |
Kler, de: brochure engelse kerken in Den Haag 17 | |
Knock, Nicolaes Arnoldi: aantekeningen bij disposities kerkorgelen van J. Hess, vervolgd en bijgevoegd door George Hendrikus Broekhuyzen Sr. en Jan Zwart, Kampen (1973)12 | |
Knock, Nicolaes Arnoldi: dispositien der merkwaardigste kerk-orgelen (1788)18 | |
Talstra, Frans: langs nederlandse orgels I 35 41 129*, uitgave Bosch & Keuning te Baarn | |
Vlagsma: de Friese orgels (1500-1750)23 30 64 132 136 143 145 147 148 207-208 319 351 398-399, Fryske Akademy Leeuwarden 2003 |
Tijdschriften en andere uitgaves | |
contactbrief voor kerkenverzamelaars 50(2003)17 | |
de Mixtuur 25(1978)564, 31(1980)24 26, 34(1981)123 131, 41(1983)413. 66(1990)310 | |
de Orgelvriend 9(1975)16 | |
het Orgel 7/8(1975)233, 11(1986)416 | |
het Orgelblad III(1960)15 | |
sexbierum: een klankdokument van de Friese orgels |
Orgel locaties
Naam gebouw | Plaats | Periode |
---|---|---|
Hervormde kerk St Maarten - Protestantse Gemeente Mariëngaarde | Hallum | - |
Orgelhistorie
b: |
vóór 1558 - Harmen Jans te Berlikum, onderhoud van 1676 tot 1688 |
r: | Harmen Jans, Berlikum 1681; reparatie van de balgen |
b: |
Harmens Jans en zoon Jan, Berlikum 1692, het orgel werd geschonken o.a. door grietman Edzard Duco van Harinxma toe Slooten - het orgel werd voltooïd door Jan Harmens te Berlikum in oktober 1695 het orgel werd gekeurd op 24 en 26 oktober 1695 door organist Eco Piers Hantuma en zijn zoon te Rauwerd - Jan Harmens kwam op 15 december 1695 het orgel nog eens stellen - onderhoud en stellen door Jan Harmens, Berlikum 1697 tot 1716 |
r: | Jan Harmens, Berlikum 1697; balgreparatie |
r: |
Jan Harmens, Berlikum 1711; kleine reparatie - onderhoud en stellen Sijbe Pieters te Wirdum 1717 tot 1720 - onderhoud en stellen zijn knecht Pieter Tjerks (Wiarda) te Wirdum 1724 tot 1731 - onderhoud en stellen Pieter Sijbes de Vries te Leeuwarden 1732 tot 1737 |
r: |
Michael Schwartzburg, Leeuwarden 1738 - onderhoud en stellen Johann Michael Schwartzburg te Leeuwarden 1739 tot 1748 - onderhoud Albertus Anthony Hinsz 1749 |
r: |
Albertus Anthony Hinsz 1760 - onderhoud F.C. Schitner 1762 |
b: |
Albertus Anthony Hinsz 1767/68, Klaas de Jong te Leeuwarden maakte het snijwerk, C. van den Berg te Leeuwarden maakte de wapens en snijwerk, terwijl A. Swalve drie snijstukken boven het orgel maakte ; M II ap: Hw 11-Rw 7 het contract werd begin 1767 gesloten - F.C. Schnigter, onderhoud - A.A. Hinsz, onderhoud - L. van Dam, onderhoud - Toen op 26 april 1804 de kerktoren instortte, ging ook het Hinsz.-orgel verloren - de Floreenplichtigen vergaderen op 27 januari 1808 over al dan niet herstellen van het kerkorgel |
b: |
Albertus van Gruisen & Zn., Leeuwarden 1809/11; het orgel werd gebouwd onder leiding van zijn meesterkecht Johann (Jan) Adolf Hillebrand; M II ap: Hw 13-Rw 9 inwijding van het nieuwe orgel op 31 januari 1811 - Gebrs. Hillebrand te Leeuwarden, onderhoud |
r: | Albert van Gruisen & Zn., Leeuwarden 1816 |
r: | W. Hardorff, Leeuwarden 1871; het orgel werd met een zelfstandig pedaal uitgebouwd en de dispositie gewijzigd, de spaanbalgen werden door een magazijnbalg vervangen, klavieren en registerknoppen werden vernieuwd; M II vp: Hw 12-Rw 8-Ped 4 |
r: | Fa. van Dam, Leeuwarden 1909; dispositiewijzigingen |
r: |
Fa. Bakker & Timmenga, Leeuwarden 1931; dispositiewijzigingen, het klankbeeld week sterk af van het Van Gruisen-beeld - in de jaren '80 van de vorige eeuw zag men in dat een algehele restauratie nodig was. |
r: |
Fa. Bakker & Timmenga, Leeuwarden 2003; eerste fase: restauratie van windladen en windvoorziening het orgel werd op 6 juni 2003 weer in gebruik genomen |
r: |
Orgelmakerij Bakker & Timmenga, Leeuwarden 2013/14; de dispositiewijzigingen uit 1909 en 1931 werden ongedaan gemaakt en verdwenen registers nieuw gemaakt. Het pijpwerk werd teruggeschoven naar de oorspronkelijke plaats, waarvoor nieuw pijpwerk werd bijgemaakt.De samenstelling van Mixtuur en Cornet werden hersteld. De aangebrachte expressions werden verwijderd. Het in 1931 vervangen pijpwerk van de gedekten werd nieuw gemaakt. Het frontpijpwerk werd ontdaan van aluminiumverf en voorzien van tinfolie en de labia verguld. Het schilderwerk van de orgelkassen werd gerestaureerd door Meesterschilder Jilt Heidstra te Leeuwarden; M II vp: Hw 13-Rw 9-Ped 4 adviseur Theo Jellema Op vrijdag 24 oktober 2014 werd het orgel weer in gebruik genomen met een bespeling door Theo Jellema |
Dispositie
1788 (Hinsz. volgens Nicolaas Arnoldi Knock): | |
Manuaal C-c3 | |
Quintadeen 16, Praestant 8, Holpyp 8, Octaaf 4, Speelfluit 4, Quint 3, Octaaf 2, Waltfluit 2, Cornet III-IV discant, Mixtuur III-IV-V-VI bas/discant, Trompet 8 bas/discant | |
Rug Positief C-c3 | |
Rhoerfluit 8, Praestant 4, Gedaktfluit 4, Nassat 3, Super Octaaf 2, Sexquialter III-IV, Dulciaan 8 | |
Pedaal | |
aangehangen | |
2 Afsluitingen, Tremulant, Windlossing, 4 Blaasbalgen | |
1811 (Van Gruisen): | |
Manuaal | |
Prestant 16 discant, Bourdon 16, Prestant 8, Roerfluit 8, Flut doux 8, Octaav 4, Speelfluit 4, Quint 3, Octaav 2, Sexquialtre II, Cornet IV, Mixtuur IV-V-VI, Trompet 8 bas/discant | |
Rugwerk | |
Viola di gamba 8 discant, Fluttravers 8 discant, Holpijp 8, Prestant 4, Flut di amour 4, Nassart 3, Woudfluit 2, Tertian 1 1/2, Dulcian 8, Tremulant | |
Pedaal | |
aangehangen | |
Pedaalkoppel | |
Afsluiters, Ventiel, 4 balgen | |
1970 (Van Gruisen/Bakker & Timmenga): | |
Manuaal (I) C-f3 | |
Prestant 16 discant, Bourdon 16, Prestant 8, Roerfluit 8, Violoncel 8, Octaaf 4, Speelfluit 4, Quint 3, Octaaf 2, Mixtuur IV-V-VI bas/discant, Cornet III discant, Trompet 8 bas/discant | |
Rugpositief (II) C-f3 | |
Holpijp 8, Viola di gamba 8, Fluit travers 8 discant, Prestant 4, Fluit d'amour 4, Nasard 3, Woudfluit 2, Dulcian 8, Celeste (= tremulant) | |
Pedaal C-d1 | |
Subbas 16, Octaafbas 8, Octaaf 4, Basson 16 | |
Manuaalkoppel, Pedaalkoppel | |
2003 (Van Gruisen/Bakker & Timmenga): | |
Hoofdwerk (I) C-f3 | |
Prestant 16 discant, Bourdon 16, Prestant 8, Roerfluit 8, Violoncel 8, Octaaf 4, Speelfluit 4, Quint 3, Octaaf 2, Mixtuur IV-V-VI bas/discant, Cornet III discant 4, Trompet 8 bas/discant | |
Rugwerk (II) C-f3 | |
Holpijp 8, Fluit travers 8 discant, Viola di Gamba 8, Prestant 4, Fluit d'amour 4, Nassat 3, Woudfluit 2, Dulciaan 8 | |
Pedaal C-d1 | |
Subbas 16, Octaafbas 8, Octaaf 4, Basson 16 | |
Manuaalkoppel, Pedaalkoppel aan Hoofdwerk | |
Tremulant gehele werk | |
Toonhoogte: a1 = 428 Hz. Winddruk: 70 mm. WK. | |
2014 (Van Gruisen/Bakker & Timmenga): | |
Hoofdwerk (I) C-f3 | |
Prestant 16 discant, Bourdon 16, Praestant 8, Roerfluit 8, Fluit Doux 8, Octaaf 4, Speelfluit 4, Quint 3, Superoctaaf 2, Mixtuur III-IV-V bas/discant, Cornet III discant 4, Sexquialter II, Trompet 8 bas/discant | |
Rugwerk (II) C-f3 | |
Holpijp 8, Fluit travers 8 discant, Viool de Gamba 8 discant, Praestant 4, Fluit Amour 4, Nazat 3, Woudfluit 2, Tertiaan 1 1/2, Dulciaan 8, Tremulant | |
Pedaal C-d1 | |
Subbas 16, Octaafbas 8, Octaaf 4, Basson 16, Trombone 8 (geres.) | |
Manuaalkoppel, Pedaalkoppel aan Hoofdwerk |
Geen
foto
beschikbaar
Bronvermelding van bovenstaand orgel
Boeken | |
Geen informatie aanwezig |
Tijdschriften en andere uitgaves | |
Geen informatie aanwezig |
Laatste update: 2018-06-22 11:46:42