Hervormde Grote of Martinikerk
In gebruik
Foto: Hans Vreeman
Groot Kerkhof 24
Boalsert (Bolsward)

Gemeente Súdwest-Fryslân
Friesland

(Kerk)gebouw

Zie: hierboven.
In het koor van de Martinikerk in 1893 is een deel het het meubilair van de Broerekerk evenals de histororische waardevolle grafzerken en het orgel. In het koor werd met deze objecten een kerkelijk museum ingericht.
Tijdens de restauratie van de kerk in 1943-1955 zijn onderdelen opgeslagen geweest op de zolder van de secretarie in het stadhuis.
Toen de kerk weer in gebruik was genomen zijn ze teruggehaald en op de gewelven van het zuider toegangsportaal opgeslagen met de bedoeling om op de voormalige plaats in het koor een balkon te maken en het orgel re reconstrueren.
De plannen zijn niet uitgevoerd en nu staan de kassen in de Der Aa-kerk te GRONINGEN (zie daar).

Bronvermelding van het (kerk)gebouw

Boeken
Geen informatie aanwezig
Tijdschriften en andere uitgaves
Geen informatie aanwezig

Koororgel

Orgel locaties

Naam gebouw Plaats Periode
Hervormde Grote of Martinikerk Boalsert 1964 -

Orgelhistorie

b: Fa. H.J. Vierdag, Enschede 1964; M I ap: Man 7

Dispositie

1964 (Vierdag):
Manuaal
Prestant 8, Holpijp 8, Octaaf 4, Roerfluit 4, Octaaf 2, Nasard 1 1/3, Mixtuur IV 1 1/3
Pedaal
aangehangen
Foto: Hans Vreeman

Bronvermelding van het koororgel

Boeken
Kriek/Zandt: Organum novum 130 afb XXXV*
Talstra, Frans: langs nederlandse orgels I 71*, uitgave Bosch & Keuning te Baarn
Vlagsma: de Friese orgels (1500-1750)19-20 38-39 166 169 383 428, Fryske Akademy Leeuwarden 2003
Tijdschriften en andere uitgaves
het Orgel 9(1963)163, 2(1964)32, 4(1965)139* 151

Hoofdorgel

Orgel locaties

Naam gebouw Plaats Periode
Hervormde Grote of Martinikerk Boalsert -

Orgelhistorie

b: Raphael Rodensteen ± 1539 op een balkon tegen de torenwand; orgelkas uit 1545-1550
- het orgel is op 22 mei 1777 verkocht aan A. Campen te Koudum
b: Albertus Anthoni Hinsz, Groningen 1776/81, legaat van burgemeester Franciscus Elgersma en zijn vrouw Pietje Algra voor bouw van het nieuwe orgel, zijn neef Nic. Elgersma bekostigde de ornamenten; met oud materiaal. De orgelkas is ontworpen door Jan Noteboom, stadsarchitect van Leeuwarden. Beelden op het orgel van Hermanus Berkenbijl, beeldhouwer te Leeuwarden; M II vp: Hw 14-Rw 10-Ped 10
orgel geëxamineerd en goedgekeurd door Johannes Tammen, organist te Groningen en Jan Teddema, organist te Harlingen
het orgel is op donderdag 28 juni 1781 ingewijd
r: Freytag 1805
het orgel is op 4 oktober 1805 na een korte redevoering met afwisseling van gezang en muziek weer in gebruik genomen
- onderhoud Eeltje Sjoerds Ypma, Bolsward
r: Fa. Lambertus van Dam, Leeuwarden 1860/61; uitbreiding met een Bovenwerk (3e manuaal) met 8 registers.De originele donkerroodbruine afwerking van de orgelkas werd vervangen door het huidige blanke eikenhout
r: Eeltje Sjoerds Ypma, Bolsward 1884; dispositiewijziging en plaatsing koppeling Hoofdwerk-Bovenwerk
r: Fa. Bakker & Timmenga, Leeuwarden 1918, Bov in Zwelkast, Vox Celeste 8 op aparte pneumatische lade
r: 1922 orgel gewijzigd en vergroot met een Vox Celeste 8 op het Bovenwerk
r: Fa. Flentrop, Zaandam 1953/55; dispositiewijzigingen: op het Rugwerk een nieuwe Sexquiater en Scherp, alle tongen van het Hinsz-pijpwerk werden vervangen. Het Bovenwerk kreeg een Prestant 4; M III vp: Hw 14-Rw 10-Bov 8-Ped 10
r: Fa. Flentrop, Zaandam 1956; er werd een nieuw modern pedaalklavier geplaatst
r: Fa. Jos Vermeulen, Alkmaar 1976; restauratie Bovenwerk
Adviseur Willem Hülsmann
- In 1988 werden (onder andere) alle beelden zeer onzorgvuldig met witte muurverf overgeschilderd. De beelden en andere delen van het orgel worden teruggebracht naar de oorspronkelijke lichtbeige tint
r: 2001/03; alle windladen van Hoofdwerk, Rugwerk, Bovenwerk en Pedaat werden hersteld, plus de speel- en registermechanieken aan de zijde van de windladen (de omvang van die fase was beperkt vanwege het beperkte budget binnen de BRRM-regeling)
het orgel is op 24 juni 2003 weer in gebruik genomen met een bespeling door Aart Bergwerff en Kees Nottrot
- Uitgebreid kleuronderzoek door Peter Dijkman en Claudia Junge: de orgelkas was oorspronkelijk voorzien van een donkerroodbruine lak. De eikenhouten kas werd gehandhaafd
r: Flentrop Orgelbouw, Zaandam 2015/16; deze restauratie was het slot van een langer gefaseerd restauratieproces. Het respecteren van de historisch gegroeide situatie van 1781 tot 1955; behoud van het 3e manuaal, de zes balgen, de balgenkamer, de windkanalen, de orgelkas, de klaviatuur, de speel- en registermechanieken en het pijpwerk werd onder handen genomen: de Sexquiater en Scherp uit 1955 zijn nu beter ingepast, de tongen van de tongwerken werden weer vernieuwd, nieuwe schalbekers voor de Vox Humana 8 van het Hoofdwerk..Het is weer mogelijk met getreden wind te spelen. Het oorspronkelijke pedaalklavier van Hinsz is bij eerdere wijzigingen van het orgel verloren gegaan. Een nieuw pedaalklavier naar voorbeeld van het Hinsz-orgel te Harlingen zou worden gerecontrueerd. Ton Koopman stelde een 18e eeuws pedaalklavier te beschikking uit de faillete boedel van orgelmaker Pels.
Adviseur Aart Bergwerff
Het orgel werd op 21 oktober 2016 weer in gebruik genomen

Dispositie

1781 (Hinsz):
Hoofdwerk C-f3
Holpyp 16, Praestant 8 discant dubbel, Holpyp 8, Baardpyp 8, Octaaf 4, Spitsfluit 4, Quint 3 discant dubbel, Superoctaaf 2, Woudfluit 2, Cornet III, Mixtuur IV-VI bas/discant, Trompet 16 bas/discant, Trompet 8, Vox humana 8, Tremulant
Rugwerk C-f3
Praestant 8, Fluit dolce 8, Octaaf 4, Gedaktfluit 4, Nassart 3, Superoctaaf 2, Speelfluit 2, Sexquialter II-III, Scherp III-IV, Dulciaan 8, Tremulant
Pedaal C-d1
Praestant 16, Bourdon 16, Octaaf 8, Gedakt 8,k Rhoerquint 6, Octaaf 4, Nagthoorn 2, Bazuin 16, Trompet 8, Schalmey 4
Manuaal schuifkoppel.
Drie afsluitingen. Ventiel. Calcant.
 
1788 (volgens Nicolaas Arnoldi Knock):
Manuaal C-f3
Holpyp 16, Praestant 8 discant dubbel, Holpyp 8, Baardpyp 8, Octaaf 4, Spitsfluit 4, Quint 3 discant dubbel, Super Octaaf 2, Woudfluit 2, Mixtuur IV-V-VI, Cornet IV, Trompet 16 bas/discant, Trompet 8, Voxhumana 8, Tremulant
Rug Positief C-f'3
Praestant 8, Fluit douce 8, Octaaf 4, Gedaktfluit 4, Nassart 3, Super Octaaf 2, Speelfluit 2, Sexquialter II-III, Scherp III-IV, Dulciaan 8, Tremulant
Pedaal C-d1
Praestant 16, Bourdon 16, Octaaf 8, Gedakt 8, Rhoer Quint 6, Octaaf 4, Nagthoorn 2, Bazuin 16, Trompet 8, Schalmey 4
3 Afsluiters, 1 Windlossing, 1 Calcanten Klok, 6 Blaasbalgen
Stemming Kamer-toon
 
1885 (volgens van ’t Kruijs):
Hoofdklavier
Holpijp 16, Prestant 8, Holpijp 8, Baardpijp 8, Octaaf 4, Speelfluit 4, Quint 3, Octaaf 2, Woudfluit 2, Cornet, Mixtuur, Trompet 16, Trompet 8, Fagot 8
Rugwerk
Prestant 8, Flûte douce 8, Melophone 8, Octaaf 4, Fluit 4, Nazard 3, Octaaf 2, Speelfluit 2, Cornet, Dulciaan 8
Bovenklavier
Salicionaal 8, Roerfluit 8, Viola di Gamba 8, Flûte travers 4, Salicet 4, Quintfluit 3, Nachthoorn 2, Clarinet 8
Pedaal
Prestant 16, Bourdon 16, Octaaf 8, Salicionaal 8, Gedakt 8, Octaaf 4, Nachthoorn 2, Bazuin 16, Trompet 8, Schalmei 4
Koppelingen
Afsluitingen
 
1943 (volgens dr A. Bouman):
Hoofdwerk (II)
Holpijp 16, Praestant 8 discant dubbel, Holpijp 8, Baarpijp 8, Octaaf 4, Speelfluit 4, Quint 2 2/3 discant dubbel, Octaaf 2, Woudfluit 2, Cornet III 5 1/3-4-3 1/5, Mixtuur IV-VI 2, Trompet 16, Trompet 8, Fagot 8
Rugwerk (I)
Praestant 8, Fluit douce 8, Melophone 8, Octaaf 4, Fluit 4, Nasard 2 2/3, Octaaf 2, Speelfluit 2, Cornet III 2 2/3, Dulciaan 8
Zwelwerk (manuaal III)
Salicionaal 8, Roerfluit 8, Viola di gamba 8, Voix céleste 8, Salicet 4, Fluit travers 4, Quintfluit 2 2/3, Nachthoorn 2, Clarinet 8
Pedaal
Praestant 16, Bourdon 16, Octaaf 8, Gedekt 8, Salicionaal 8, Octaaf 4, Nachthoorn 2, Bazuin 16, Trompet 8, Schalmei 4
 
1955 (Hinsz/Flentrop):
Hoofdwerk (II)
Holpijp 16, Prestant 8, Holpijp 8, Baarpijp 8, Octaaf 4, Spitsfluit 4, Quint 3, Superoctaaf 2, Woudfluit 2, Mixtuur IV-VI 2 (met terts), Cornet III discant, Trompet 16, Trompet 8, Vox Humana 8
Rugwerk (II)
Prestant 8, Fluit douce 8, Octaaf 4, Gedacktfluit 4, Nasat 3, Superoctaaf 2, Speelfluit 2, Scherp III-IV, Sexquialter II-III, Dulciaan 8
Bovenwerk (manuaal III)
Salicionaal 8, Viola di Gamba 8, Roerfluit 8, Prestant 4, Fluit travers 4, Quintfluit 3, Nachthoorn 2, Clarinet 8 (doorslaand), Tremulant
Pedaal
Prestant 16, Bourdon 16, Octaaf 8, Gedekt 8, Roerquint 6, Octaaf 4, Nachthoorn 2, Bazuin 16, Trompet 8, Schalmei 4
Gebruikelijke koppels
 
1976 (Hinsz/Vermeulen):
Hoofdwerk (II)
Holpijp 16, Praestant 8 discant dubbel, Holpijp 8, Baarpijp 8, Octaaf 4, Spitsfluit 4, Quint 3 discant, Superoctaaf 2, Woudfluit 2, Mixtuur IV-VI, Cornet III discant, Trompet 16 bas/discant, Trompet 8, Vox Humana 8
Rugwerk (I)
Praestant 8, Fluit douce 8, Octaaf 4, Gedacktfluit 4, Nasat 3, Superoctaaf 2, Speelfluit 2, Scherp III-IV, Sexquialter II-III, Dulciaan 8
Bovenwerk (III)
Salicionaal 8, Viola di Gamba 8, Roerfluit 8, Prestant 4, Fluit travers 4, Quintfluit 3, Nachthoorn 2, Clarinet 8 (doorslaand), Tremulant
Pedaal
Prestant 16, Bourdon 16, Octaaf 8, Gedekt 8, Roerquint 6, Octaaf 4, Nachthoorn 2, Bazuin 16, Trompet 8, Schalmei 4
Gebruikelijke koppels
 
2016 (Hinsz/Flentrop):
Hoofdwerk C-f3
Holpijp 16, Prestant 8, Baarpijp 8, Holpijp 8, Octaaf 4, Spitsfluit 4, Quint 3, Octaaf 2, Woudfluit 2, Cornet III (4-3 1/5 2 2/3) discant, Mixtuur IV-VI 2, Trompet 16, Trompet 8, Vox Humana 8
Rugwerk C-f3
Prestant 8, Fluit Douce 8, Octaaf 4, Fluit 4, Nasard 3, Octaaf 2, Speelfluit 2, Sexquialter II-III (1 1/3 1), Scherp III-IV 1, Dulciaan 8
Bovenwerk C-f3
Salicionaal 8, Viola di Gamba 8, Roerfluit 8, Salicet 4, Fluit Travers 4, Quintfluit 3, Nachthoorn 2, Clarinet 8
Pedaal C-d1
Prestant 16, Bourdon 16, Octaaf 8, Gedekt 8, Roerquint 6, Octaaf 4, Nachthoorn 2, Bazuin 16, Trompet 8, Schalmei 4
Manuaalkoppel Rugwerk-Hoofdwerk (schuifkoppel), Manuaalkoppel Hoofdwerk-Bovenwerk, Pedaalkoppel-Rugwerk
Tremulant. Tremulant Rugwerk. Tremulant Bovenwerk
Vier afsluitingen. Ventiel
De oorspronkelijke winddruk naar 70 mm. werd hersteld
Foto: Hans Vreeman

Bronvermelding van het hoofdorgel

Boeken
Bakker: van Reitsum naar Gouderak 71
Bouman, mr A.: orgels in Nederland (1943)35 83; uitgave Allert de Lange, Amsterdam 1943
Dorgelo, Wim; De Groninger orgelmaker Albertus Anthoni Hinsz (1704-1785)6 7* 8** 9 10
Gierveld, dr Arend Jan: 250 jaar Hinsz-orgel Leens 20 21 26 28 36
Gregoir, Edouard Georges Jacques (1822-1890): Historique de la facture et des facteurs d'orgues, Antwerpen (1865)45 110 119 289
Jongepier, Jan: Frieslands orgelpracht I 37*; uitgave Boeijenga, Sneek 1970
Jongepier, Jan: achter het Friese orgelfront-tentoonstelling orgelbouw (1776-1926)33
Kluiver, dr J.H.: historische orgels in Zeeland III n 5
Knock, Nicolaes Arnoldi: aantekeningen bij disposities kerkorgelen van J. Hess, vervolgd en bijgevoegd door George Hendrikus Broekhuyzen Sr. en Jan Zwart, Kampen (1973)5
Knock, Nicolaes Arnoldi: dispositien der merkwaardigste kerk-orgelen (1788)5
Kruijs, M.H. van 't: disposities der verschillende orgels (1885)27
Oost, Ger/Wisgerhof, Bert: er staat een orgel 12
Seijbel: klankschoonheid Drentse orgels 20
Talstra, Frans: langs nederlandse orgels I 12 18 25 27 33 39 41 46 71* 116*, uitgave Bosch & Keuning te Baarn
Vlagsma: de Friese orgels (1500-1750)19 36 38 50 51-52 92-93 115 122 124 125 128 132 133 136 142 144 147 149 166-167 169 242-243 272 278 279 280 281 282 299 346 349 374 381 383 398 427 428 469 470 471, Fryske Akademy Leeuwarden 2003
Tijdschriften en andere uitgaves
75 jaar Flentrop Orgelbouw 37 54
contactbrief voor kerkenverzamelaars 18(1987)13, 19(1988)14, 21(1989)13, 32(1994)28, 50(2003)17
de Mixtuur 25(1978)563, 38(1982)320, 39(1982)340, 49(1985)781, 64(1989)186-187, 66(1990)302
de Orgelvriend 12(1976)19, 1(1977)3
grepen uit de orgelgeschiedenis van de Ned. Hanzesteden, samenstelling Maarten Seijbel (2015)7*
het Orgel 3(1974)110, 10(1976)326
het Orgelblad I(1958)77 78*, III(1960)15, V(1962)20-22* 38
kerken . . . monumenten, uitgave Rijksdienst voor de Monumentenzorg december(1977)*, (1983)*
kerkepadgids (1978)bijlage, (1980)80

Koororgel

Orgel locaties

Naam gebouw Plaats Periode
Hervormde Grote of Martinikerk Boalsert 1539 -

Orgelhistorie

b: mr Jacob , Bolsward ± 1490
b: mr Raphael Rodensteen, Groningen en mr Simon, Bolsward 1539 op een balkon tegen de noordmuur van het koor met delen uit ± 1490; M II: Hw-Bov
- het orgel heeft tot 1580 dienst gedaan in de katholieke traditie bij de gezangen van de kanunniken
o/r: Hoofdwerkkas naar BOLSWARD Ned Hervormde kerk - Broerekerk 1635; uitbreiding met een Rugwerk
o: BOLSWARD Ned Hervormde Grote of Martinikerk Fa. Bakker & Timmenga, Leeuwarden 1869; orgelkas in het museum in het koor van de kerk, het binnenwerk is toen waarschijnlijk verwijderd, slechts enkele frontpijpen waren nog aanwezig
- de lege kassen bleven tot 1943 in de kerk
- tijdens de restauratie van de kerk van 1943 tot 1955 zijn de onderdelen opgeslagen geweest op de zolder van de secretarie in het stadhuis
- de kassen zijn in 1955 teruggehaald en op de gewelven van het zuider toegangsportaal opgeslagen met de bedoeling om op de voormalige plaats in het koor een balkon te maken en het orgel te reconstrueren
o: orgelkassen na een omzwerving via Middelburg in 1967 naar GRONINGEN Ned Hervormde kerk - Martinikerk (orgel wacht op nieuwe bestemming en werd opgeslagen op de gewelven van de Martinikerk). Het binnenwerk is niet meer aanwezig
- in 1990 werd het oude materiaal overgenomen door de Stichting Oude Groninger Kerken
o: orgelkassen naar GRONINGEN Ned Hervormde kerk - Der Aa-kerk in het transpect

Dispositie

1635:
Hoofdwerk F G A-g2 a2
Prestant 8, Octaaf 4, Mixtuur, Scherp
Bovenwerk F G A-g2 a2
Holpijp 8, (Prestant 4), Fluit 4, Nasard 2, Gemshoorn 2, Trompet 8 bas/discant, (Regaal 8)

Geen
foto
beschikbaar

Bronvermelding van het koororgel

Boeken
-
Tijdschriften en andere uitgaves
grepen uit de orgelgeschiedenis van de Ned. Hanzesteden, samenstelling Maarten Seijbel (2015)7-8
Laatste update: 2018-10-23 09:14:56