Hervormde kerk Sint Piter
In gebruik
Foto: Flip Veldmans
Kerkstraat 4
Grouw (Grou)

Gemeente Súdwest-Fryslân
Friesland

(Kerk)gebouw

Vroeg-middeleeuws terpdorp in wat het "Lage Midden" wordt genoemd, gelegen aan de zuidwestkant van het Pikmeer.
De romaanse kerk is uit de eerste helft van de 12e eeuw, gebouwd in grijze tufsteen. De kerk is genoemd naar de Heilige Petrus. De oude kerk heet niet de St Pieter maar de St Piter.
Aan de noordzijde bevinden zich in het tufstenen muurwerk rondbogige spaarvelden tot op de grond. Het uiteinde van het koor toont een klimmend boogfries met daaronder een nog net waarneembaar spoor van een klein rondboogvenster, erboven een afsluitend horizontaal boogfries.
De kerk is meerdere malen vergroot. Het eerst in de 13e eeuw, toen het schip werd verhoogd in een combinatie van tuf- en baksteen.
In de 15e eeuw is het schip naar het westen verlengd en voor de tweede keer verhoogd. De toren met zadeldaktoren in rode baksteen, de z.g.n.. kloostermoppen of oude friezen is waarschijnlijk rondom een oudere versie opgebouwd.
De kappen van het schip werden vernieuwd in 1520. Aan de zuidzijde werden grote spitsbogige vensters in gotische stijl ingemetseld. Rechts daarvan is in 1642 een zonnewijzer geplaatst.
Na de Reformatie van 1584 is het koorgedeelte gesloten. Eredienst in het schip van de kerk. Het koorgedeelte werd vanaf de tweede helft van de 17e eeuw tot aan 1832 recht- en raadhuis, weeshuis, gevangenis en kosterswoning. Nu is het de consistorie.Thans boven een vergaderruimte voor de kerkeraad en beneden een rouwkamer.
Aan de preekstoel een koperen hangsel, waaraan met doopdiensten het zilveren doopvont uit 1709 werd bevestigd.
De banken in de kerk zijn voorzien van houtsnijwerk. Het interieur bevat een viertal herenbanken, twee 17e eeuwse aan de noordkant en twee 18e eeuwse aan de westzijde, de laatste met wangstukken in Lodewijk XIV-stijl. Aan de noordzijde de "Kamstrabank", aan de zuidzijde de "Roordabank". Van de koperen kronen zijn de drie kaarsenkronen laat 17e-eeuws, twee zijn uit het restauratiejaar 1992.
Boven de galerij aan de westzijde bevindt zich een, in 1654 door de grietman Carel van Roorda geschonken tekstbord van Carel van Roorda.
Het huidige interieur wordt overkapt door een, waarschijnlijk 17e-eeuws, houten tongewelf.
Het orgel uit 1853 werd gebouwd op een galerij aan de oostzijde tegen de scheidingswand tussen koor en schip. De vroegere galerij werd een "kraak" met nieuwe zitplaatsen.
Bij de kerkrestauratie van 1908 werd de kas van het orgel zwart geschilderd.
De kerk is een Rijksmonument.
In de zomer van 1991 is een begin gemaakt met de restauratie van het interieur. De houten vloer is verwijderd en er kwamen oude zerken van adelijke families te voorschijn. Delen van de 17e-eeuwse preekstoel zijn in de oostelijke afsluiting, waar de kansel zich sinds 1902 bevond, verwerkt. De kerk kreeg toen de preekstoel uit de voormalige Hervormde kerk te Gorredijk. De preekstoel staat weer aan de zuidzijde.
Restauratie afgerond in voorjaar 1992.
Tijdelijk gebruikte men de Doopsgezinde kerk.
Er is besloten dat de Ned Hervormde kerk - Pieterskerk de PKN-kerk wordt. De Gereformeerde kerk werd aangepast (zie daar).
Bij een restauratie van de toren is er aan de zuidkant een galmgat bijgemaakt.

Bronvermelding van het (kerk)gebouw

Boeken
Gregoir, Edouard Georges Jacques (1822-1890): Historique de la facture et des facteurs d'orgues, Antwerpen (1865)44 140 148 291
Jongepier, Jan: achter het Friese orgelfront-tentoonstelling orgelbouw (1776-1926)11 32 33
Knock, Nicolaes Arnoldi: aantekeningen bij disposities kerkorgelen van J. Hess, vervolgd en bijgevoegd door George Hendrikus Broekhuyzen Sr. en Jan Zwart, Kampen (1973)12 13*
Knock, Nicolaes Arnoldi: dispositien der merkwaardigste kerk-orgelen (1788)17
Talstra, Frans: langs nederlandse orgels I 33 42 57, uitgave Bosch & Keuning te Baarn
Vlagsma: de Friese orgels (1500-1750)25 53 130 143 145 148 149 215-216 327 404 470, Fryske Akademy Leeuwarden 2003
Tijdschriften en andere uitgaves
150 jaar Adema Orgelbouw sinds 1855 (2006)61 foto 82* 63
contactbrief voor kerkenverzamelaars 27(1992)15, 61(2009)20
de Mixtuur 25(1978)564
de Orgelvriend 9(1981)5
het Orgel 11(1971)315, 6(1974)224-225, 4(1976)132, 5(1990)236

Orgel locaties

Naam gebouw Plaats Periode
Hervormde kerk Sint Piter Grouw -

Orgelhistorie

b: vóór 1572
r: Uulcke Dircks, Sneek 1572
b: Willem Meynerts (Meinardi), Berlikum 1654 waarbij het oude orgel een functie als Rugpositief kreeg. Op de kas is geschilderd "1655 Pieter Pieters Kistemaker" het orgel werd geplaatst op de westelijke galerij, boven de ingang;; M III ap: Man 8-Rugpos 5-Borstw 3
r: Sijbe Pieters, Wirdum 1717; reparatie en stemmen
r: Pieter Tjerks 1729; reparatie
- onderhoud Pieter Sijbes de Vries te Leeuwarden 1729; stemmen
- onderhoud Pieter Sijbes de Vries te Leeuwarden 1734; stellen
r: Pieter Sijbes de Vries, Leeuwarden 1739; reparatie, een scherm van wilgetenen werd op de balustrade geplaatst, gevlochten door de Leeuwarder mattenvlechter Uijlke Gerbens
r: Pieter Sijbes de Vries, Leeuwarden 1754, 1761, 1765, 1767, 1770 en 1773; reparaties
r: Lambertus van Dam, Leeuwarden 1780; orgel in orde gemaakt, vele reparaties
- na keuring was de uitslag negatief, de stemming was niet naar behoren uitgevoerd. Het duurde tot 1782 voordat de tekortkommingen waren hersteld
r: Lambertus van Dam, Leeuwarden 1784; uitgebreide werkzaamheden
- jaarlijks onderhoud door Lambertus van Dam te Leeuwarden vanaf 1787
- stemmen vanaf 1810 gedaan door Jacob en Luitjen van Dam te Leeuwarden
r: Jacob en Luitjen van Dam, Leeuwarden 1827 en 1828; reparaties
- onderhoud Pieter Jans Radersma te Wieuwerd tussen 1838 en 1840 en daarna ook nog tussen 1843 en 1848
- advies gevraagd in 1852 aan orgelmaker Radersma en toen aan de Sneker organist Stevens Velds, beide adviseerden tot nieuwbouw. Velds schreef het bestek
b: Fa. L. van Dam & Zn., Leeuwarden 1852/53 als afsluiting van de koorzijde; M II vp: Hw 11-Bov 7-Ped 5
orgelinwijding op 12 januari 1853
r: Fa. L. van Dam & Zn., Leeuwarden 1858; Pedaalkoppel toegevoegd
r: Fa. L. van Dam & Zn., Leeuwarden 1886; dispositiewijzigingen
r: Fa. L. van Dam & Zn., Leeuwarden 1890; dispositiewijzigingen
r: P. van Dam, Leeuwarden 1919; verplaatst en gewijzigd
r: Pieter Tjerks (Wiarda), Wirdum 1729; reparatie, pedaalkoppel vernieuwd, het pedaal koppelde door aan het Bovenwerk bij gebruik van Manuaalkoppel en Pedaalkoppel
r: Jacob van Dam, Leeuwarden 1823; onderhoudswerk
r: Luitjen Jacob van Dam, Leeuwarden 1835; onderhoudswerk
o: naar kooreinde kerk
r: 1910; Pedaalkoppel C-d'
r: Fa. Bakker & Timmenga, Leeuwarden 1973/74; herstel oorspronkelijke dispositie van het Bovenwerk, herstel windladen, de kas kreeg de oude mahoniehouten kleur terug; M II vp: Hw 11-Bov 7-Ped 5
- opdracht ontvangen in 1971
adviseur Hans Erné
r: Fa. Bakker & Timmenga, Leeuwarden 2011; orgelkas weer recht gezet; koppel in originele staat hersteld, zoals Van Dam deze in 1858 had aangebracht, mechanieken nagekeken en hersteld, klank licht gecorrigeerd
adviseur Theo Jellema, die deze taak overnam van Jan Jongepier
het orgel is op 11 december 2011 weer in gebruik genomen

Dispositie

1788 (volgens Nicolaas Arnoldi Knock):
Manuaal
Praestant 8, Holpyp 8, Octaaf 4 discant II, Fluit 4, Quint 3, Super Octaaf 2, Sexquialter II discant, Mixtuur IV-VI
Rug Positief
Holpyp 8, Praestant 4, Praestant 4 discant, Octaaf 2 discant II, Dulciaan 8
Borstwerk
Holpijp 8, Fluit 4, Fluit 2
Pedaal
aangehangen
Koppelingen: Hoofdwerk-Rugwerk, Hoofdwerk-Borstwerk
Trom, Tremulant, Ventyl, 3 Blaasbalgen
 
1853:
Hoofdwerk C-g3
Bovenwerk C-g3
Pedaal C-d1
Subbas 16, Prestant 8, Quintadena 8, Octaaf 4, Trombone 8
Pedaalkoppel C-d°
4 Blaasbalgen
 
1974:
Hoofdwerk (I)
Prestant 16, Octaaf 8, Portunaal 8 discant, Holpijp 8, Quintadeen 8, Octaaf 4, Roerfluit 4, Woudfluit 2, Cornet III, Mixtuur III-V, Trompet 8
Bovenwerk (II)
Roerfluit 8, Salicionaal 8, Viola di Gamba 8, Violon 8, Flûte Travers 4, Gemshoorn 2, Vox Celeste 2, Tremulant
Pedaal
Subbas 16, Prestant 8, Quintadeen 8, Octaaf 4, Trombone 8
 
2011:
Hoofdwerk C-g3
Prestant 16, Octaaf 8, Quintadeen 8 discant, Portunaal 8 discant, Octaaf 4, Roerfluit 4, Woudfluit 2, Mixtuur II-IV, Cornet III discant, Trompet 8
Bovenwerk C-g3
Roerfluit 8, Salicionaal 8, Viola da Gamba 8, Salicet 4, Fluit Travers 4, Gemshoorn 2, Dulciaan 8
Pedaal C-d1
Subbas 16, Prestant 8, Quintadeen 8, Octaaf 4, Trombone 8
Manuaalkoppel, Pedaalkoppel
Afsluitingen voor Hoofdwerk, Bovenwerk en Pedaal, Tremulant, Windloser

Bronvermelding van bovenstaand orgel

Boeken
Geen informatie aanwezig
Tijdschriften en andere uitgaves
Geen informatie aanwezig
Laatste update: 2018-06-22 11:46:42