Hervormde kerk - Westerkerk
Nieuwe bestemming
Foto: Hans Vreeman
Bagijnestraat 59
Leeuwarden (Ljouwert)

Gemeente Leeuwarden
Friesland

(Kerk)gebouw

Kerk gebouwd in de 12e eeuw.
In 1510/11 als Annakapel van de Grauwe Begijnen op Fiswerd (de Franciscaner nonnen werden Grauwe Bagijnen genoemd) aan de Leprozenweg, tegenwoordig Spanjaardslaan.
Klooster vanaf 1520 verhuisd naar de Bagijnestraat.
Kerk rond 1680 uitgebreid met een geheel nieuwe noordelijke beuk.
De kloosterkerk heeft meerdere functies gehad: pakhuis, brouwerij en tuchthuis.
Op 13 augustus 1578 is de kerk overgegaan naar de Gereformeerde religie.
In 1580 werd het klooster onttruimd en afgebroken.
Na de Reformatie werd de kerk in 1643 in gebruik genomen voor de Hervormde eredienst.
Van 1681 tot 1684 is de kerk vergroot en verbouwd.
Houten gewelven in 1722 aangebracht door stadstimmerman Claes Bolckes Balck.
In het begin van de 17e eeuw was de kerk ook een theater.
Stadsmeester Thomas Romein heeft in 1845 de kerk grondig verbouwd. (In de jaren 1842-1846 werden de drie kerkgebouwen van de Hervormden in Leeuwarden te weten de Grote, Galileër- en de Westerkerk gemoderniseerd onder leiding van de architecten Gerrit van der Wielen (Grote kerk) en Thomas Romein, die de Galileër- en de Westerkerk mocht verbouwen).
Bij de verbouwing van de kerk kwamen zoveel onvoorziene gebreken aan het licht dat bijna van nieuwbouw kan worden gesproken. Het was eerst de bedoeling het gebouw inwendig aan de tijd aan te passen, maar doordat het dak en de kap erg slecht waren, werd besloten deze ook te vernieuwen, zodat uiteindelijk alleen het muurwerk en de pilaren van de oude kerk bleven staan. Romein brak de topgevels aan de westkant af. Het nieuwe dak werd afgeknot en gedekt met pannen en zink. Uitwendig werd het muurwerk aan de zuid- en oostzijde bepleisteerd. Aannemer Johannes Plet nam het werd aan en begon half maart 1845 met de werkzaamheden.
Op 22 november 1846 werd de vernieuwde kerk weer in gebruik genomen.
Het kerkinterieur was totaal vernieuwd. De hoge gestoelten voor de stadhouderlijke familie en het stadsbestuur waren weggehaald en vervangen door een galerij die rondom langs drie zijden van de kerk liep. Het fraaie snijwerk van deze gestoelten werd door Romein verwerkt in de balustrade van de galerij, de lambrisering onder de galerij en de onderkant van het orgelbalkon. Vrij nieuw voor het noorden was de opstelling van het nieuwe orgel boven de kansel tegen de noordmuur, geheel vrij aan de muur hangend.
Na de Tweede Wereldoorlog nam het kerkbezoek sterf af, ook in de Westerkerk. Sedert zondag 27 november 1975 is de kerk gesloten voor de eredienst. Sloop dreigde. De gemeente Leeuwarden gaf echter geen sloopvergunning af. De kerk is een Rijksmonument. In de jaren vanaf 1980 werd bezien was met de kerk moest gebeuren.
De kerk is op 27 november 1983 gesloten. Er waren plannen om in de voormalige kerk een Fries Verzetsmuseum onder te brengen. De kerkvoogdij kan het gebouw echter niet onderhouden en vroeg een sloopvergunning aan.
Hierna werd het gebouw een pooi voor vandalisme. De jeugd van de nabijgelegen school zag kans in het gebouw en het orgel te komen en heeft daar veel vernield. Een volstrekt uniek orgel dat sinds de bouw niet wezenlijk veranderd was liep daarmee veel schade op. Een paar honderd pijpen zijn verloren gegaan en/of zwaar beschadigd
Restauratie was in 1989 dringend nodig.
Nadat de stad het gebouw overgenomen had hebben de Orgelmakers Bakker & Timmenga in 1990 de restanten van het orgel verwijderd.
Op 7 januari 1991 is een begin gemaakt met de verbouwing van de kerk tot theater, met café en expositieruimte. De kerkruimte werd verkleind. Het oudste deel stamt uit 1510. Bij het openbreken van de vloer, die er al 150 jaar ligt, kwamen er zo'n 280 oude grafzerken te voorschijn. Er blijken voorname Leeuwarder burgers te zijn begraven.
Het gebouw is sinds 1992 Theater en Poppodium Romein.
In 2016 is men op zoek naar een nieuwe functie voor het gebouw en zijn er plannen de orgelkas weer terug te plaatsen.

Bronvermelding van het (kerk)gebouw

Boeken
Bouman, mr A.: Nederland Orgelland 115
Gierveld: het ned huisorgel in de 17e en 18e eeuw 136
Gregoir, Edouard Georges Jacques (1822-1890): Historique de la facture et des facteurs d'orgues, Antwerpen (1865)131 153 158
Jongepier, Jan: achter het Friese orgelfront - tentoonstelling orgelbouw (1776-1926)9 10 18
Talstra, Frans: langs nederlandse orgels I 35 38 39 50 94*
Vlagsma: de Friese orgels (1500-1750)65 78 107 147 148 149 156 160 162-163 263 276 375 376, 379-380, Fryske Akademy Leeuwarden 2003
Tijdschriften en andere uitgaves
contactbrief voor kerkenverzamelaars 5(1981)14, 11(1984)17, 14(1985)21, 17(1987)15, 22(1989)13, 23(1990)17, 24(1990)17, 25(1991)19, 26(1991)13, 34(1995)27
de Mixtuur 7(1972)118 119, 11(1973)197, 24(1978)531, 25(1978)565, 39(1982)341, 66(1990)302, 68(1991)427
het Orgel 12(1989)469, 5(1990)236-237, 6(1994)208, 6(1994)217 218*

Orgel locaties

Naam gebouw Plaats Periode
Hervormde kerk - Westerkerk Leeuwarden -

Orgelhistorie

b: Herman Nijhof, Leeuwarden ca. 1540 vóór LEEUWARDEN Ned Hervormde Grote of Jacobijnerkerk
r: Antonie Verbeek 1617
r: Jan Harmens, Berlikum ± 1690
o/r: Christian Müller 1727; fouten en defecten verbeterd, nieuwe registers, geschikt gemaakt voor de zangbegeleiding; M II ap: 15 registers
contract getekend op 13 juni 1727
het orgel is begin augustus 1727 opleverd
- in de eerste week van september 1727 werd het orgel geschilderd
r: Pieter Sijbes de Vries, Leeuwarden 1757; schoonmaak, reparatie stukgestemde pijpen en folieën van de fontpijpen
r: Pieter Sijbes de Vries, Leeuwarden 1770; enige gebreken verholpen
r: najaar 1773; frontdeuren verwijderd, er kwamen gesneden vleugelstukken voor in de plaats, kassen kregen een opknapbeurt
r: Albert van Gruisen, Leeuwarden 1778; reparatie balgen
- onderhoud Pieter Jans Frank 1787 tot 1804
- onderhoud Sijbe Pieters de Vries 1804 tot 1812
r: Nicolaes Anthon Lohman, Groningen 1805; grote reparatie volgens een bestek dat gedateerd is op 20 november 1803
- onderhoud Pieter de Vries 1812 tot ± 1640
- in 1823 werd het orgel geïnspecteerd door Luitjen en Jacob van Dam. Op 1 oktober 1844 werd een rapport bij het kerkbestuur ingeleverd met als advies om het oude orgel te verkopen omdat het totaal verouderd was en opknappen grote kosten met zich mee zou brengen.
- het oude orgel is in 1843 afgebroken en op een publieke veiling in 1845 verkocht. Het orgel werd gekocht door de Fa. van Dam te Leeuwarden
b: Fa. L van Dam & Zn., Leeuwarden 1846/47; frontontwerp van architect Thomas Romein: breed gebogen 16-voetsfront, dat zonder ondersteuning van kolommen aan de wand hing; M II vp: Hw 9-Pos 7-Ped 5
- Op 15 november 1844 werd het contract getekend
- het orgel is na zijn dood op 31 augustus 1846 voltooid door zijn drie zoons Lambertus, Pieter en Jacob in 1847
de orgelinwijding was op 15 augustus 1847 met een bespeling door Klaas Suringbroek (1827-1894), eigen organist en Richeüs R.E. Frank (1829-1858), organist van de Jacobijnerkerk in Leeuwarden
r: Fa. van Dam, Leeuwarden 1852; de lege plaats op het Bovenwerk werd ingevuld door een Salicionaal 8
- in 1852 werden de frontpijpen gepolijst door Van Dam en worden de beelden schoongemaakt en de kas in de vernis gezet
- in 1871 werd de kas weer geschilderd door R. van der Heide
r: Fa. van Dam, Leeuwarden 1873; schoonmaak van het orgelinterieur en reparatie
r: Fa. van Dam, Leeuwarden 1896; reparatie
onder advies van de Rotterdamse organist Van 't Kruys
r: maart 1933; de vier blaasbalgen werden vervangen door twee moderne regulateurbalgen
- in 1940 leed het orgel veel schade door de strenge winter en de daaruit voortvloeiende droogte
r: Fa. Vaas & Bron (afkomstig uit het bedrijf van Van Dam), Leeuwarden1940, bijgestaan door intonateur Johann Reil te Heerde; windladen en mechanieken werden hersteld en er kwam een modern pedaalklavier met 27 tonen, drie toetsen meer dan het oude klavier. De winddruk werd verlaagd en alle pijpvoeten werden in de menie gezet.
onder advies van het Noord-Nederlands Instituut van Orgelbouwkunde
Op 19 oktober 1940 werd het instrument weer in gebruik genomen met een bespeling door George Stam, organist van de Jacobijnerkerk
- het orgel was nog gaaf aanwezig, voordat het gebouw in 1983 zijn kerkelijke functie verloor
- het orgel viel in 1988 ten prooi aan blind vandalisme voordat het uit de kerk verwijderd werd, 30 procent van de pijpen werd vernield
- het orgel werd in 1990 door de Orgelmakers Bakker & Timmenga te Leeuwarden verwijderd. De orgelkas en alles wat er verder nog restte is gedemonteerd en ligt nu al 26 jaar (2016) in opslag. Het belang van de unieke draag-orgelbalkon is rücksichtlos verwijderd. Gelukkig is het snijwerk onder het balkon verwijderd en opgeslagen

Dispositie

1847 (Van Dam):
Hoofdwerk (I) C-f3
Positief (II) C-f3
Pedaal C-c1
Vier spaanbalgen in de balgenkamer
 
1975 (Van Dam):
Hoofdmanuaal (I) C-f3
Prestant 16, Octaaf 8, Holpijp 8, Octaaf 4, Prestantquint 3, Octaaf 2, Mixtuur IV-V-VI 2, Cornet III (8-4-3 1/5, Trompet 8
Bovenmanuaal (II) C-f3
Fluit Dolce 8, Salicionaal 8, Viola di Gamba 8, Prestant 4, Fluit d'Amour 4, Quintfluit 3, Gemshoorn 2, Carillon II 2-4/5, Dulciaan 8
Pedaal C-d1
Subbas 16, Prestant 8, Openfluit 4, Fagot 16, Trompet 8

Geen
foto
beschikbaar

Bronvermelding van bovenstaand orgel

Boeken
Geen informatie aanwezig
Tijdschriften en andere uitgaves
Geen informatie aanwezig
Laatste update: 2018-06-22 11:46:42