Hervormde kerk - Laurentiuskerk
In gebruik
Foto: Hans Vreeman
Buorren 9
Rauwerd (Raerd)

Gemeente Súdwest-Fryslân
Friesland

(Kerk)gebouw

Voormalige hoofdplaats van de gemeente Rauwerderhem.
Houten kerk gebouwd in de 8e eeuw
Nieuwe middeleeuwse kerk met zadeldaktoren gebouwd vanaf de 12e eeuw aan de Buorren 9. De kerk werd gewijd aan Sint Laurentius. Laatgotisch gebouw met een zware toren. De oudste muren dateren dus uit de 12e eeuw.
De kerk is in de 13e eeuw gemoderniseerd. Daarvoor gebruikte men kloostermoppen. Bij de restauratie van 2009/2012 zijn rode kloostermoppen teruggevonden.
Zowel op het schip als op de toren stond, net als tegenwoordig, een weerhaan.
De grote herenbank met dubbele overhuiving en kuif dateert uit het begin van de 18e eeuw.
Deze kerk is in 1814 afgebroken.
Nieuwe kerk met toren gebouwd in 1814/15 naar ontwerp van de plaatselijke timmerman Pieter Geerts Bleeksma. Hij bouwde het gebouw op een terp op de plaats van de oude kerk. Tussen de vensters zijn in de buitenmuur pilasters geplaatst.
Op 23 mei 1814 is de eerste steen gelegd. De kerk werd op 10 september 1815 ingewijd.
Het bijzondere interieur uit 1765 ging mee. Pronkstuk is het fraaie rococo-doophek uit het derde kwart van de 18e eeuw. Het deurtje van het doophek bevatte ooit wapens, deze zijn in 1796 verwijderd. Het snijwerk werd vervaardigd door de Leeuwarder beeldhouwer Dirk Embdervelt tussen 1763 en 1779. Samen met de kansel vormt het een ensemble dat uniek is voor Fryslân.
Het interieur kreeg dezelfde opstelling als in de vorige kerk met de kansel tegen de zuidmuur. Kansellezenaar met mooi gesneden engelenkopje.
De klokkenstoel is niet op een zolder maar op de begane grond geplaatst en staat daardoor los van de toren. Deze stoel biedt plaats aan twee klokken. De oudste was in 1673 gegoten door Johannes Derck te Hoorn.
Beide klokken werden in 1943 door de Duitsers geroofd. Na de oorlog kwam alleen de grote klok terug. De kleine klok bleef spoorloos. Er is een tweede klok gekocht uit een Katholieke kerk te Rijswijk, gegoten in de jaren zestig van de vorige eeuw. Ze hangt in de hoge klokkenstoel die als bijzonderheid heeft dat hij niet op de zolder geplaatst is, maar op sokkels op de begane grond. De toren is als het ware om de stoel heen gebouwd.
Op de vloer monumentale grafzerken van onder andere de Fam. Jonghama en Eysinga, meegenomen uit de oude kerk. De oudste in het voorportaal is van Ada Jonghama uit 1534.
Drie rouwborden van leden van het geslacht Van Eysinga uit 1700, 1768 en 1793, de twee laatste hebben rococo-ornamenten. Ze kwamen net als de kuif van de herenbank in 1880 in het Fries Museum terecht, maar keerden in 1938 al terug in de kerk.
Voor 1871 had het orgel een rode kleur met een rood baldakijn. Dit is veranderd na een grote lekkage van 1871.
Ingrijpende herinrichting van de kerk onder leiding van architect Hendrik Kramer te Leeuwarden in 1908/09. De preekstoel werd verplaatst van de zuid- naar de oostmuur en de hele inrichting werd daarop aangepast. Het geschilderde eiken meubilair werd geloogd. De 18e eeuwse herenbank werd doormidden gezaagd. De fraaiste grafzerken kregen een plek tegen de muren in het schip en in de hal. Dat resulteerde in een selectie van zes adellijke grafstenen. Het in 1871 wit geschilderde orgel werd voorzien van een eiken imitatiekleur.
Restauratie in 2009-2012 onder leiding van architect Jelle de Jong, Rijksdienst en de opdrachtgevers, door bouwbedrijf Agricola Bouw '75. Niets is overgeslagen: wanden, rouwborden, vloeren, dak, buitenmuren, ramen, toren en orgel. Waar nodig, zijn onderdelen vernieuwd en hersteld. De kerk heeft zijn 19e-eeuwse uitstraling teruggekregen. Het meest opvallend is de terugplaatsing van de kansel met het doophek tegen de zuidmuur. De fraaie grafzerken van de familie Van Eysinga, die daar in 1909 tegen de muur waren gezet, moesten verdwijnen, De herenbank tegenover de preekstoel is gereconstrueerd.
In de hal staat sinds 2010 een 19e eeuws beeld van Laurentius. Tien zonneblinden, die al jaren opgeslagen lagen in de toren, zijn opnieuw geschilderd en teruggehangen aan de zuidmuur.
Bij het schuren van het gewelf boven het orgel zijn gewelfschilderingen gevonden. Misschien dateren ze uit 1815, het bouwjaar van de kerk. Deze schildering is de reden dat behalve het orgel nu ook de rest van het interieur geschilderd is in een kleurenschema, zoals dat er voor 1909 uitgezien zal hebben.
De verlichtingsarmaturen uit 1900, de drie kroonluchters, de veertien wandlampen en de twee staande armaturen zijn gerestaureerd.
De bodem had mee verrassingen in petto. Onder de houten vloer was in 1909 een laag sintels aangebracht vanwege vochtproblemen. Bij het uitgraven ervan in december 2009 zijn grafkelders ontdekt. Nader onderzoek bracht aan het licht dat in 1909 de overtollige grafzerken simpelweg kapotgeslagen waren en de brokstukken in deze grafkelders waren gedumpt. Uit de brokstukken lukte een paar hobbyisten om van deze resten zes complete 16e, 18e en 19e eeuwse zerken in elkaar te puzzelen. Ze zijn nu teruggeplaatst in de vloer. Daarnaast werden in het koor nog twee 16e eeuwse priesterzerken aangetroffen, evenals een klein zerkje van een predikantsvrouw.
PKN-kerk.
Restauratie en herinrischtingvan de kerk in 2012/14 onder begeleiding van architect de Jong. Er was discussie over de kleuren van het interieur. Voor de kleuren van de orgelkast werd gekozen voor het terugbrengen van de kleuren zoals die waren voor de grote interieurwijzigingen van 1909 onder leiding van architect Hendrik H. Kramer. De orgelkast werd opnieuw wit geschilderd met vergulde accenten kreeg in het snijwerk. Bij deze witte kleur hoorde een vooral in blauwe tinten geschilderde imitatiedraperie. De draperie bleek grotendeels in "trompe l'oeil" op het gewelf geschilderd te zijn. De schildering werd blootgelegd en bijgewerkt. Onder de schildering waren restanten aanwezig van minstens één andere voorganger. Op de wand achter het orgel bleek een zwart gordijn geschilderd geweest te zijn.

Bronvermelding van het (kerk)gebouw

Boeken
Jongepier, Jan: Orgelgeschiedenis van de Hervormde Kerk te Raerd; uitgave Stichting tot behoud van het Ned Orgel. Publicatie nr 65, juli 2006 (veel foto's)*
Jongepier, Jan: achter het Friese orgelfront - tentoonstelling orgelbouw (1776-1926)10
Knock, Nicolaes Arnoldi: aantekeningen bij disposities kerkorgelen van J. Hess, vervolgd en bijgevoegd door George Hendrikus Broekhuyzen Sr. en Jan Zwart, Kampen (1973)20 21*
Knock, Nicolaes Arnoldi: dispositien der merkwaardigste kerk-orgelen (1788)25
Talstra, Frans: langs nederlandse orgels I 40 134*, uitgave Bosch & Keuning te Baarn
Vlagsma: de Friese orgels (1500-1750)44 50 54 82-83 91-92 127 132 136 137 144 147 149 233 275 289 339 413 425 469 470 472 473, Fryske Akademy Leeuwarden 2003
Tijdschriften en andere uitgaves
250 jaar orgelmaker Vermeulen 49
contactbrief voor kerkenverzamelaars 64(2010)25
de Mixtuur 19(1976)409, 25(1978)565, 34(1981)123 134, 40(1982)377 380, 41(1983)422, 82(1996)63
de Orgelvriend 9(1981)6
het Orgel ?(1973)?
het Orgelblad V(1962)176
kerkepadgids (1987)56***

Orgel locaties

Naam gebouw Plaats Periode
Hervormde kerk - Laurentiuskerk Rauwerd -

Orgelhistorie

b: Arnold en Tobias Bader, Leeuwarden 1649; M I ap: Man 9
op 27 januari 1649 sloot grietman Tjalling van Eysinga - zijn grafsteen ligt nog in de kerk - met de Gebrs. Bader een contract
r: Harmen Jans, Berlikum 1687, reparatie
- Jan Harmens te Berlikum, onderhoud van 1692 tot 1720, aanvankelijk om het jaar, later jaarlijks
r: Pieter Tjerks (Wiarda) en schoolmeester Ynse Luxwold, Wirdum 1721; reparatie tractuur, pijpwerk in orde en op stemming
- Johann Michaell Schwartzburg te Leeuwarden, onderhoud van 1732 tot 1748
r: Johann Michaell Schwartzburg, Leeuwarden 1736; vernieuwen, repareren en uitbreiding orgel met een Borstwerk en vrij Pedaal; M II vp: Hw 8-Borstw 5-Ped 2
de keurmeesters waren de organisten Reynoldus Popma van Oeveringh te Leeuwarden en Tjedger Tjepkema te Franeker
r: timmerman Jacob Wijbers 1739; reparatie balgen
- Pieter de Vries te Leeuwarden,onderhoud na 1748 tot aan zijn dood in 1763 ?? (tot 1777 ??)
- Miente Postumus te Leeuwarden, stemmen in 1778
r: Albertus van Gruisen & Zn., Leeuwarden 1782; reparatie
- Albertus van Gruisen & Zn. te Leeuwarden vanaf 1782 tot 1793
r: Albertus van Gruisen & Zn., Leeuwarden 1794; reparatie en stemmen
- Orgelmakers van Gruisen & Zn. te Leeuwarden, stemmen 1804 tot 1811; Toen Albertus zelf op leeftijd was, kwamen zijn zonen Johannes of Willem het orgel stemmen
- Het anderhalve eeuw oude Bader/Schwartburg-orgel met zijn springlade en de omvang van 45 tonen, zal men ouderwets gevonden hebben en vermoedelijk ook te nietig voor de ruim opgezette nieuwe kerk. - Het orgel is bij de afbraak van de oude kerk in 1814 spoorloos verdwenen.
b: Johan Adolf Hillebrand, Leeuwarden 1815/16; het orgel werd verfraaid met een orgelgordijn, hoofdzakelijk uitgevoerd in rode kleuren. Het werd in 1816 of 1830 op het gewelf geschilderd; M II ap: Man 10-Rw 7
het orgel is onderzocht en goedgekeurd door Jelle Petrus Greijdanus, organist van de Grote kerk te Heerenveen
op 18 augustus 1816 werd het orgel in gebruik genomen door den leeraar F. Liefsting
- Jan Adolf Hillebrand te Leeuwarden, onderhoud 1817 tot 1830
r: L.J. en J. van Dam, Leeuwarden 1833; herstelling, de balgen worden verplaatst van de toren naar de orgelgalerij, de kas werd opnieuw geschilderd, het geschilderde rode orgelgordijn werd aangebracht
- Pieter Jans Radersma te Wieuwert, onderhoud van 1835 tot 1851
- Willem Hardorff te Leeuwarden, onderhoud
r: L. van Dam & Zn., Leeuwarden 1863; ingrijpende vernieuwing, in feite werd in de oude kassen een nieuw orgel gebouwd, veel pijpwerk hergebruikt, de huidige technische aanleg en de thans aanwezige dispositie zijn bij die gelegenheid ontstaan, de kas werd wit geschilderd, nieuwe windvoorziening: mazagijnbalg met twee schepbalgen en een handpomp
eindkeuring door de Leeuwarder organist Klaas Suringbroek
inwijding orgel op 28 juni 1863 met een bespeling door Klaas Suringbroek, organist Grote kerk te Leeuwarden
- de Raerder-pijpen zijn terug te vinden in de orgels van KINDERDIJK (waar zich ook de hoofdwerklade bevindt en OOSTERHESSELEN. De rugwerklade kwam via twee Gereformeerde kerken te LEEUWARDEN in de vrijgemaakte Gereformeerde kerk van HARLINGEN terecht, waar ze in 2004 door brand verloren ging
- L. van Dam & Zn. te Leeuwarden, onderhoud 1863 tot 1903
r: L. van Dam & Zn., Leeuwarden 1871; herstelwerk, reparatie aan de windladen, tongwerken en labialen hersteld vanwege schade, opgelopen door lekkage in het kerkgebouw. Het orgel werd wit geschilderd en de op het gewelf geschilderde draperie kreeg blauw als belangrijkste kleur. De uiteinden van de draperie en de rozetten, waarover ze lijken te hangen, werden geschilderd op kleine schotten, die dwars op de kerkmuren werden geplaatst. Houtsnijder H.P. Born te Leeuwarden maakte twee snijstukken op de balustrades
- Fa. Bakker & Timmenga te Leeuwarden, onderhoud 1903 tot 1926
r: Fa. Bakker & Timmenga, Leeuwarden 1909; schoonmaak en herstel na ingrijpende werkzaamheden in het kerkinterieur. De orgelkassen werden overgeschilderd in een bruine kleur en de draperie op het gewelf werd weg gewerkt.
r: Fa. Bakker & Timmenga, Leeuwarden 1919; de Vox Humana 8 van het Rugwerk werd vervangen door een Zachthoorn 8
r: Fa. Bakker & Timmenga, Leeuwarden 1923; herstel Pedaalklavier
r: Fa. Bakker & Timmenga, Leeuwarden 1924; zes koppen van de Trompet vernieuwd
r: Fa. Bakker & Timmenga, Leeuwarden 1926; electrische windvoorziening (Meidinger ventilator) aangebracht
- met het oog op de restauratie van het orgel werd in 2005 een orgelrapport opgemaakt door Jan Jongepier.
r: Orgelmakerij Reil, Heerde 2011/12; de draperie-schildering boven het orgel die in 1909 weggeschilderd was, werd bloot gelegd en gerestaureerd door Alt-decor te Heerenveen. Ze hebben de orgelkas en het meubilair geschilderd in de kleurstelling van vóór 1909; M II ap: Hw 9-Rw 7
na de pensionering van Jan Jongepier werd Stef Tuinstra vanaf 2008 als adviseur aangesteld
het orgel werd op zaterdag 2 juni 2012 met een feestelijk concert door Stef Tuinstra opnieuw in gebruik genomen

Dispositie

1649 (eerste versie):
Manuaal C D E F G A-c3
Gedact-Holpijp 8 bas/discant, Quintadhena 8, Praestant 4, Gems-hooren 4 bas/discant, Octava 2 bas/discant, Quinta, Sesquialtera bas/discant, Mixtur, Tremulant
Nachtegal, Trommel
 
1649 (Bader):
Manuaal
Gedact 8 bas/discant, Prestant 4, Blockfluijt 4 bas/discant, Octaaf 2,, Switserspijp, Teriana bas/discant, Mixtuur, Sexquiater, Vox humana 8, Tremulant
Nachtegael, Trommel
 
1788 (volgens Nicolaas Arnoldi Knock):
Manuaal C D E F G A-c3 (kort octaaf)
Holpyp 8, Praestant 4, Blokfluit 4, Quint 3, Octaaf 2, Mixtuur IV-V, Sexquialter II, Trompet 8
Borstwerk C D E F G A-c3 (kort octaaf)
Praestant 2, Gemshoorn 2, Quintfluit 1 1/2, Cornet III, Voxhumana 8, Tremulant
Pedaal
Octaaf 8, Trompet 8
Nachtegaal, Trommel
3 Spaanbalgen
 
1816 (Hillebrand):
Manuaal
Bourdon 16, Prestant 8, Holpyp 8, Octaaf 4, Speelfluit 4, Quint 3, Mixtuur III-IV, Sexquialter II, Cornet III-IV, Trompet 8 bas/discant
Rugwerk
Fluit doux 8, Fluit travers 8 discant, Viola di Gamba 8 discant, Prestant 4, Fluit d'amour 4, Superoctaaf 2, Voxhumana 8, Tremulant
Pedaal
aangehangen
Schuifkoppel als klavierkoppel, Pedaalkoppel
Afsluiting Manuaal, Afsluiting Rugwerk, Vier spaanbalgen in de toren, Ventil over 't geheele Rugwerk, Loze knop Zwijgt 16
 
1863 (Hillebrand/Van Dam):
Hoofdwerk (I) C-f3
Bourdon 18, Prestant 8, Roerfluit 8, Holpijp 8, Octaaf 4, Fluit 4, Quint 3, Octaaf 2, Cornet III discant, Trompet 8
Rugwerk (II) C-f3
Salicionaal 8 discant, Fluit dolce 8, Viool di Gambe 8, Prestant 4, Roerfluit 4, Speelfluit 2, Voxhumana 8
Pedaal C-d1
aangehangen
De windvoorziening bestaand uit een magazijnbalg met twee schepbalgen aan de noordzijde van het orgel op de galerij
Toonhoogte 435 Hz. op A1, Temperatuur: evenredig zwevend
Klaviatuur op de oorspronkelijke plaats, aan de voorzijde van de Hoofdkas
 
2012 (Hillebrand/Reil):
Hoofdwerk (I) C-f3
Bourdon 16 bas/discant, Prestant 8, Roerfluit 8, Octaaf 4, Fluit 4, Quint 3, Octaaf 2, Cornet III, Trompet 8 bas/discant
Rugwerk (II) C-f3
Salicionaal 8, Fluit dolce 8, Viool di Gambe 8, Prestant 4, Roerfluit 4, Speelfluit 2, Dulciaan 8, Tremulant (inliggend)
Pedaal C-d1
aangehangen
Afsluitingen voor Manuaal I en Manuaal II. De oude knop Zwijger 16 is benut voor de Bourdon 16 bas. De oude knop Bourdon 16 is nu de discant.
Windvoorziening: grote magazijnbalg met twee schepbalgen en handpomp in een balgkast rechts naast het orgel.
Toonhoogte a1 = 433,8 Hz. bij 18 graden Celsius. Stemming: vrijwel gelijkzwevend. Winddruk 64 mm waterkolom.

Geen
foto
beschikbaar

Bronvermelding van bovenstaand orgel

Boeken
Geen informatie aanwezig
Tijdschriften en andere uitgaves
Geen informatie aanwezig
Laatste update: 2018-06-22 11:46:42