Hervormde kerk St Salvius - d'Alde Wite
In gebruik
Foto: Ansichtkaart
Tsjerkebuorren 17
Dronryp (Dronrijp)

Gemeente Menameradiel
Friesland

(Kerk)gebouw

Dronryp (Dronrijp) is een terpdorp dat enkele eeuwen voor het begin van onze jaartelling op een kwelderwal ontstond. Het was een agrarische nederzetting waarvan de bebouwing zich rond de kerk concentreerde. In de 16e eeuw kwam een verbinding over het water tussen Leeuwarden en Harlingen tot stand. In de 17e eeuw werd die tot trekvaart verbeterd, op de kruising van de doorgaande weg en de trekvaart ontstond een tweede dorpskern. Hier vonden activiteiten op het gebied van handel, ambachten en logementen plaats. In de loop van de 19e eeuw groeiden beide nederzettingen aan elkaar.
De Sint Salviuskerk (bijgenaamd: d'Alde Wite oftewel de Oude Witte) was oorspronkelijk een romaanse kerk, gebouwd in de 12e eeuw. Van die 12-eeuwse kerk resteren nog stukken muur aan de noorzijde van de huidige kerk.
In de 14e eeuw werd de kerk verlengd. In 1504 vond een verbouwing plaats, waarbij de kerk werd verhoogd en van een vijfzijdig gesloten koor werd voorzien. Tevens werd de zuidmuur veranderd. Door deze aanpassingen kreeg de kerk een gotisch uiterlijk. De eenbeukige kerk is gedekt door een houten tongewelf.
De toren uit 1544 gebouwd door de bekende bouwer van vestigingswerken Mr. Anthonisz. met een zeskant op het vierkant heeft een door Geert de Wou te Kampen gegotenb klok uit 1493, afkomstig uit de oudere kerk. De klok gaf de slagtoon d1.
De vierkante torenromp is twee geledingen hoog. Aan de westzijde bevindt zich een ingang. De tweede geleding heeft aan elke zijde twee ranke spitsboognissen met rijke gotische traceringen. Hierop volgt een omgang met een achtzijdige bakstenen lantaarn met galmgaten en daar boven een fantasievolle spits.
Naast de zuidingang met fronton met een doodshoofd tussen twee obelisken, een memoriesteen ter nagedachtenis van Eise Elsinga, bekend als maker van het planetarium (1781) in Franeker. Hij ligt op het kerkhof van de Salviuskerk begraven.
Beide ingangen, de zuidelijke en de oostelijke, zijn gemaakt in 1650, toen een aanvang met een protestantse (her)inrichting van de kerk werd gemaakt. Het altaar aan de oostkant van de kerk werd toen verwijderd.
In 1630 vervaardigde kistemaker Haring Haijes te Britsum een nieuwe preekstoel en consistoriestoel.
In 1632 leverde Hans Falck van Neurenberg, klokkengieter te Leeuwarden, een tweede klok met slagtoon fis1, zodat er samen een grote terts klonk. Er is zelfs een derde klok geweest.
De zeshoekige preekstoel uit ± 1650 tegen de zuidwand heeft een achterschot en een achthoekig klankbord en wordt omsloten door een doophek. De kerk heeft zeven overhuifde herenbanken, bekroond met opzetstukken. Ze stammen uit de 17e eeuw en zijn geplaatst tegen de noordmuur en tegen de aan de oostzijde getimmerde wand die het koor afsluit. De herenbanken waren eigendom van de bewoners van de states, de vaak adeljke dorpselite.
Vijf 18e-eeuwse psalmborden en een groot aantal grafzerken uit de 16e, 17e en 18e eeuw.
In 1842 kwam Dronrijp aan de weg van Leeuwarden naar Harlingen te liggen en in 1863 met een halte aan de spoorlijn Leeuwarden-Harlingen. In de loop van de 19e eeuw groeiden beide nederzettingen aan elkaar.
Op een tekening van J.K. Wassenaar uit 1843 in het kerkvoogdijarchief en op een foto van ca. 1900 is te zien dat de wand achter het orgel een monumentale beschildering had, mogelijk uit 1843, maar wellicht uit 1820, toen de orgelkast voor het eerst werd geschilderd. In 1843 ontving J.K. Wassenaar geld voor "verwen, vergulden etc. van het orgel". De schildering kan toen zijn aangebracht, maar ook wel een vernieuwing hebben ondergaan. Het bovenste deel van de wand is beschilderd met een draperie. Daarondervis een neoclassicische wand met nissen en met Korinthische pilasters geschilderd in 'trompe l'oeil' en in grisaille, om beeldhouwwerk te suggereren,
In de 19e eeuw is veel aan het gebouw verknoeid. Van de laat-gotische stijl bleef niet veel over: vensters werden vernieuwd, het hele gebouw bepleisterd en van merkwaardige steunberen voorzien. Aan de noordzijde van de kerk werd een twee lagen hoge consisteriekamer aangebouwd. De verdieping werd voorzien van spitsboogvensters.
De kolommen van de orgelgalerij werden in 1917 naar voren verplaatst, de funderingspoeren moesten worden uitgebreid. Bij het graven werd een grafkelder met drie lijkkisten gevonden. De beschilderingen achter het orgel verdwenen.
Ook in Dronryp liet de oorlog in 1942 zijn sporen na. De klokken werden gevorderd en alleen de Van Wou-klok keerde terug. In 1949 werd er een tweede klok van Van Bergen te Heiligerlee aan toegevoegd, maar de samenklank van deze twee klokken was erg onbevredigend. De nieuwe klok dissoneerde met de historische Van Wou-klok.
Na 1945 is de Evangelisatie opgenomen in de Hervormde kerk (zie ook daar).
De kerk is een Rijksmonument.
De kerk werd van 1997 tot 2001 gerestaureerd.
Al kort na het begin van de restauratie werden bijzondere vondsten gedaan. Onder de pleisterlaag bleken muurschilderingen te zitten. De muurschilderingen tonen aan dat de kerk, of een deel ervan, ouder moet zijn dan 1544.
En ook werden twee grafkelders gevonden. Er waren al wel twee grafkelders bekend. Nu blijken er dus vier te zijn. Na de restauratie van de kerk werd de houten vloer vervangen door een zerkenvloer en er kwam centrale verwarming.
Op 8 juni 2002 werd de kerk opnieuw in gebruik genomen.
PKN-kerk vanaf 2006.
In 2010 was de luidklokkeninstallatie aan vervanging toe. Onder advies van Dennis Wubs, klokkenadviseur te Bellingwolde, werd gekozen om twee klokken in Van Wou-stijl bij te gieten. De Van Bergen-klok vond op de Veluwe een nieuwe bestemming. Uit de maten tussen de jukken kon worden afgeleid dat er een "do re mi" moet zijn geweest. Op 14 en 28 september 2013 werden beide klokken bij de klokkengieterij van Laudy te Beerta gegoten. Aannemer Sjirk de Jong te Workum heeft de oude klokkenstoel verstevigd zodat de nieuwe klokken op 12 juni 2014 in de toren konden worden gehesen en met Kerst konden de klokken ook gehoord worden. Naast de grote Salviusklok hangt er nu de vrouwenklok Maria en de kinderklok Jacobus Minor.

Bronvermelding van het (kerk)gebouw

Boeken
Bakker: van Reitsum naar Gouderak 71
Bouman, mr A.: Nederland Orgelland 51 afb III-7* 60, uitgave Spruyt, van Mantgem & de Does, Leiden 1964
Gregoir, Edouard Georges Jacques (1822-1890): Historique de la facture et des facteurs d'orgues, Antwerpen (1865)44 140 281
Jongepier, Jan:: Frieslands orgelpracht I 8* 9*; uitgave Boeijenga, Sneek 1970
Knock, Nicolaes Arnoldi dispositien der merkwaardigste kerk-orgelen (1788)17 21*
Knock, Nicolaes Arnoldi: aantekeningen bij disposities kerkorgelen van J. Hess, vervolgd en bijgevoegd door George Hendrikus Broekhuyzen Sr. en Jan Zwart, Kampen (1973)11
Talstra, Frans: langs nederlandse orgels I 90*, uitgave Bosch & Keuning te Baarn
Vlagsma: de Friese orgels (1500-1750)48 51 53 120 121 122 125 126 127 128 137 141 142 143 174 180 204 226-231** 337 392 409-411 427 432-436** 441 456 473 474 475 476, Fryske Akademy Leeuwarden 2003
Tijdschriften en andere uitgaves
contactbrief voor kerkenverzamelaars 37(1997)19, 38(1997)23, 39(1998)18, 49(2003)19, 63(2010)20
de Mixtuur 39(1982)358, 40(1982)367* 368 372 374, 56(1987)263-264
het Orgel 10(1959)212* 215, 3(1974)128, 5(1974)182
kerkepadgids (1982)26

Orgel locaties

Naam gebouw Plaats Periode
Hervormde kerk St Salvius - d'Alde Wite Dronryp -

Orgelhistorie

b: daterend uit de voor-reformatorische tijd, opgesteld tegen de noordmuur
- het orgel werd in 1686 verkocht
b: Gebr. Arnold en Tobias Bader 1652/53; in het orgelfront staat 1653 als bouwjaar vermeld, maar het orgel is later opgeleverd. De kassen zijn uitgevoerd in de stijl van het Classicisme. Voor de vervaardiging van de orgelkas was Jacob Cornelisz. verantwoordelijk. Hoofdwerkkas en balustrade vervaardigd door kistemaker Hillebrandt Lieuwes, snijwerk van Pieter Tjaerdts te Leeuwarden. Drie kolommen onder de orgelkas en tien in de borstwering gedraaid door Sjoerd Eelckes, de Leeuwarder antieksnijder Pieter Tjaerdts sneed dertien Corintische kapitelen en de bekroningen op de torens
- Tobias Bader voltooide het orgel in 1657; Rugwerk gebouwd
r: Uulcke Dircks, Sneek 1591; reparatie
- onderhoud Uulcke Dircks te Sneek 1592 tot 1606
r: Uulcke Dircks, Sneek 1597, 1598; reparaties
r: Uulcke Dircks, Sneek 1599; verplaatsen Schalmei en Cromhoorn
r: Uulcke Dircks, Sneek 1601 en 1602; reparaties
r: kistemaker Hette Willems 1607 en 1608; enig reparatiewerk
r: organist Roelof 1611; reparatie
- orgel gevisiteerd door Dirck Sijmens te Bolsward ? 1611
r: Roelof 1615; reparatie
r: kistemaker Tzialle Douwes 1615 en 1616; reparaties
- orgel gevisiteerd door Elco Reson te Enkhuizen op 26 mei 1617
r: Elco Reson, Enkhuizen 1617
- onderhoud Elco Reson te Enkhuizen 1618 tot 1622
r: Elco Reson, Enkhuizen 1620; grote reparatie
- in 1621 plaatste korfmaker Pieter nieuwe wilgentenen schermen om het orgel
r: kistemaker Tzialle 1624; reparatie lekkende balgen
r: Gijsbert Harmens Havinck, Leeuwarden 1628; reparatie balgen
r: Elco Reson, Enkhuizen 1630; drie nieuwe balgen
r: (Daniël Bader ??) 1637; reparatie
r: mr Hendrick 1639, 1641 en 1642; onderhoudswerk
r: Petrus (of Pieter) Holst, Wommels 1644; reparatie; kistemaker Hillebrand Lieuwes werkte aan de orgelkas en de peiwand
b: Arnold en Tobias Bader, Leeuwarden 1652/57; kas Hoofdwerk en balustrade gemaakt door kistemaker Hillebrand Lieuwes,
- organist Sjoerd Watzes uit Franeker kwam in ± 1655 naar Dronrijp om kennis te nemen van het nieuwe orgel
r: klaviatuur aan de achterzijde; M I ap:
het orgel qwed eind april 1657 opleverd door Tobias Bader
r: Arnold en Tobias Bader, Leeuwarden 1656/57; Onderwerk toegevoegd in een aparte kas tegen de hoofdwerkkas; M II ap: Hw 9-Opos 9
- Arnold overleed eind 1656 tijdens het werk
- het orgel werd door Tobias Bader in de winter van 1658/59 opgeleverd
- na een onderhoudstermijn van vijf jaar die in 1661 afliep, onderhield Tobias Bader het orgel tot 1666
- onderhoud Conrad Bader 1667
- onderhoud organist Dirck Siccama en zijn opvolgers Tjebbe Pieters en Hoijte Stoffels Roucama tot 1710
r: Hoijte Stoffels Roucama 1702, reparatie balgen
r: mr Jan Franssen, Zweins 1711; reparatie en stellen
r: Sijbe Pieters, Leiden 1720; pedaalklavier aangebracht, aangehangen aan het Hoofdwerk
r: mr Jan Franssen, Zweins 1717; stellen van de tongwerken
r: mr Jan Fransen, Zweins en Jan Harmens, Berlikum 1718; reparatie en schoonmaak
r: Jan Franssen, Zweins 1724; reparatie
- onderhoud Jan Franssen te Zweins 1726 tot 1748
r: Jan Franssen, Zweins 1747; reparatie
- onderhoud door zijn zoon Johannes Jans 1747 tot 1763
r: Albertus Anthony Hinsz 1764; grote herstelwerkzaamheden, aantal registers gewijzigd, Tremulant en afsluiting Positief, drie nieuwe balgen
- onderhoud door eigen organist tot 1769
- onderhoud Johannes Jans vanaf 1769
r: Johannes Feddema, Harlingen 1780; reparatie
- onderhoud eigen organist Thomas Paludanus vanaf 1780
- inspectie door organist Sicke Hemponius te Engelum in 1783
r: Johannes Spoorman, Franeker 1783; reparatie
- onderhoud Johannes Spoorman te Franeker 1785 tot 1795
- stemmen door Lambertus van Dam (I) te Leeuwarden 1796 tot 1799
r: Lambertus van Dam, Leeuwarden 1798; wijzigingen; Albert Hempenius schreef het bestek
orgel gekeurd door Albert Hempenius
- stemmen door eigen organist vanaf 1799 tot 1809
- veertig jaar geen onderhoud
- in 1820 en 1843 werd het orgel geverfd
- in 1822 onderzocht de organist van de Grote kerk te Leeuwarden het orgel.
r: Luitjen J. en Jacob van Dam, Leeuwarden 1823; aanzienlijke reparatie
adviseur Pieter Frank
- stemmen door Jacob van Dam te Leeuwarden 1823 tot 1839
r: Luitjen van Dam, Leeuwarden 1840; reparatie
- onderhoud Pieter Radersma te Wieuwerd 1843 en 1844
- onderhoud Willem Hardorff te Leeuwarden vanaf 1845 tot 1880
r: Willem Hardorff, Leeuwarden 1849; herstelwerkzaamheden, twee registers vervangen door eigentijdse registers
adviseur Recheus Frank
orgel ingewijd op 8 juli 1849
r: Willem Hardorff, Leeuwarden 1854 en 1857; balgen gerepareerd
r: Willem Hardorff, Leeuwarden 1864; de drie spaanbalgen vervangen door een magazijnbalg
- onderhoud door zijn schoonzoon Johan Frederik Krüse te Leeuwarden 1880 tot 1909
r: Johan Frederik Krüse, Leeuwarden 1883; herstelwerkzaamheden. Waarschijnlijk is aan de frontpijpen gewerkt
- in 1900 blijken de beide orgelluiken verdwenen, de vleugelstukken op de hoofdwerkkas ontbreken
r: Johan Frederik Krüse, Leeuwarden 1901; reparatie die nogal wat tijd in beslag nam, de kerkvoogden huurden zolang een orgel van Pieter van Dam
r: Fa. Bakker & Timmenga, Leeuwarden 1909; reparatie
- onderhoud Fa. Bakker & Timmenga te Leeuwarden vanaf 1909 tot heden
r: Fa. Bakker & Timmenga, Leeuwarden 1917/18; van het onderpositief werd een rugwerk gemaakt, de hoofdwerkkas werd naar achteren geplaatst en de onderwerkkas naar voren. De oude springladen en het kort octaaf werden verwijderd. Nieuw claviatuur en mechaniek. Sleepladen met mechanische tractuur en pneumatische registertraktuur. Veel van het oude pijpwerk werd hergebruikt. De balg uit 1864 werd verplaatst; M II ap: Hw 9-Rw 7
r: Fa. Bakker & Timmenga, Leeuwarden 1926; de oude Vox Humana 8 werd verwijderd, er kwam een nieuw vervaardigd tongwerk voor in de plaats. Nieuwe tremulant
- in 1929 kwam er een elektrische windmachine
- de orgelkast werd in 1930 voorzien van gesneden vleugelstukken, waar zich oorspronkelijk luiken hadden bevonden.
- begin jaren negentig bleek dat er sprake was van lekkage in de windvoorziening en windladen, slijtage in de mechanieken en ernstige vervuilling
- vlak voor het begin van de kerkrestauratie in 1997 werd het binnenwerk van het orgel gedemonteerd
Jan Jongepier kwam in 1993 met een rapport en restauratieplan
r: Orgelmakerij Bakker & Timmenga, Leeuwarden 1998 - 2002, restauratie naar de situatie van 1653-1657; in 2000 moest het orgel noodzakelijkerwijs hersteld worden vanwege loodcorrosie "loodvraat"; M II vp: Hw 9-Onderpos 9
adviseur Jan Jongepier en Theo Jellema

Dispositie

1788 (situatie van na 1764 volgens Nicolaes Arnoldi Knock):
Manuaal C-d3 kort octaaf
Bourdon 16, Praestant 8 discant II, Baardpijp 8, Octaaf 4 discant II, Quintfluit 3, Waldfluit 2, Mixtuur IV-V-VI, Sexquialter II, Trompet 8, Tremulant
Rug Positief (Onderpositief) C-d3 kort octaaf
Quintadeen 8, Holpijp 8, Praestant 4, Fluit 4, Octaaf 2, Spitsfluit 2 discant, Sifflet 1 1/2, Mixtuur III-IV, Voxhumana 8, Tremulant
Pedaal C-d1
aangehangen
Schuifkoppeling
Afsluiting van het positief, Windlossing, 3 Blaasbalgen
 
vóór 1918 (Bader/Bakker & Timmenga):
Hoofdwerk
Bourdon 16 discant, Prestant 8, Baarpijp 8, Octaaf 4, Fluit 4, Mixtuur IV, Trompet 8 vanaf cº
Rugwerk
Holpijp 8, Prerstant 4, Fluit 4, Woudfluit 2
 
1918 (Bader/Bakker & Timmenga):
Hoofdwerk (I) C-f3
Bourdon 16, Prestant 8, Baarpijp 8, Viola 8, Octaaf 4, Gemshoorn 4, Octaaf 2, Mixtuur II-III-IV 1 1/3, Cornet discant (gereserveerd), Trompet 8
Rugwerk (II) C-f3
Holpijp 8, Gamba 8, Vox Céleste 8, Prestant 4, Fluit 4, Woudfluit 2, Vox Humana 8
Pedaal
aangehangen
Manuaalkoppel en Pedaalkoppel als treden
Tremulant. Een forteknop voor elk klavier
 
1970 (volgens Bouman):
Hoofdwerk (I) C-f3
Bourdon 16, Praestant 8 (oorspr. discant dubbel), Baarpijp 8, Viola 8, Octaaf 4 (oorspr. discant dubbel), Gemshoorn 4, Octaaf 2, Mixtuur II-III-IV 1 1/3, Trompet 8
Rugwerk (II) C-f3
Holpijp 8, Gamba 8, Voix Céleste 8, Prestant 4, Gedektfluit 4, Woudfluit 2, Vox Humana 8
Pedaal
Aangehangen
 
2002 (Bader/Bakker & Timmenga):
Hoofdwerk (I) C D E F G A-c3
Bourdon 16, Prestant 8, Baarpijp 8, Octaaf 4, Quintfluit 3, Woudfluit 2, Sexquialter II, Mixtuur IV-V-VI, Trompet 8
Onderpositief (II) C D E F G A-c3
Holpijp 8, Quintadeen 8, Prestant 4, Fluit 4, Octaaf 2, Spitsfluit 2 discant, Sifflet 1 1/2, Mixtuur III-IV, Vox Humana 8
Pedaal C D E F G A-d1
Aangehangen aan Hoofdwerk
Schuifkoppel voor de manualen
Twee afsluitingen. Tremulant
De claviatuur kwam weer in de achterwand
Stemming: variant van de middentoonstemming

Geen
foto
beschikbaar

Bronvermelding van bovenstaand orgel

Boeken
Geen informatie aanwezig
Tijdschriften en andere uitgaves
Geen informatie aanwezig
Laatste update: 2018-07-24 19:16:12