Hervormde Dorpskerk - Godeharduskerk Hoofdorgel
In gebruik

Geen
foto
beschikbaar

Hegebuorren 17
Het Oosten 3
Marrum

Gemeente Ferwerderadiel
Friesland

(Kerk)gebouw

Marrum is een z.g. radiaal terpdorp. De terp waarop het dorp is gebouwd, is niet afgegraven en daarom nog goed te herkennen. Vanaf de 11e eeuw kwam te terp binnendijks te liggen, omdat die in de vroegste bedijking werd opgenomen.
Kerk gebouwd in de 11e eeuw.
Nieuwe kerk gebouwd in het begin van de 13e eeuw. De aan Sint Godehardus toegewijde kerk is een éénbeukige romano-gotische kerk, opgetrokken uit rode en gele kloostermoppen. Zowel de noord- als de zuidmuur zijn tufsteen van de vorige kerk zijn hergebruikt. De typering "romano-gotisch" wordt bemoeilijkt door de vele aanwezige elementen van eerder en later dan de 13e eeuw. Het vijfzijdig gesloten koor heeft op de hoeken van bakstenen gemetselde rondstaven ("kralen"). De koormuren laten sporen van middelgrote rondboogvensters zien, alleen aan de zuidzijde bevindt zich een grote spitsbogige nis van een voormalig gotisch venster. Net als de noordmuur heeft de zuidmuur drie rondboogvensters uit 1802 met soortgelijke sporen van vroegere elementen.
In de geveltoren met ingesnoerde spits staat de omlijste ingang met een halfrond bovenlicht, een gedenksteen en een roosvenster. Dit westfront kwam in 1858 gereed. In de toren hangen twee klokken uit 1630 van Hans Falck en de Gebroeders Obertin.
De kerkruimte wordt gedekt door een tongewelf met trekbalken.
Het kerkinterieur is voor een deel nog oud. Vooral de fraai gedetailleerde preekstoel en de barokke herenbank vallen op. De kansel uit 1658 is hoogstwaarschijnlijk door Dirk Sydses vervaardigd. De kanselkuip is versierd met gegroefde hoekzuilen en heeft versierde panelen met een lang smal kussen en lijst- en regelwerk daaromheen. De panelen zijn ingelegd met ebbenhout.
Tegenover de preekstoel staat de barokke, overhuifde herenbank uit 1723. Deze was bestemd voor Dieuke Wielinga-Westerhuis en werd gesneden door Jacob Sydses Bruinsma. De bank heeft omrankte zuilen en een opengewerkte kuif met wapens. Het doopvont en het orgel zijn eveneens oude interieurelementen.
De vloer is nieuw, al zijn nog wel enkele oude grafzerken geplaatst. Verder zijn het meubilair en de avondmaalstafel nieuw.
In 1832 en 1833 was er tot twee maal toe brand in de kerk waardoor het orgel helemaal in ongerede raakte.
In 1859 werd begonnen met de bouw van een nieuwe toren met spits en nieuwe westmuur.
In 1966 werd de kerk gerenoveerd
De kerk is een Rijksmonument.
De kerk is ± 1990 gerestaureerd.
Op 1 juni 1990 is de kerk weer in gebruik genomen.
De kerk is ook een cultureel centrum.
De S.o.W.-gemeente houdt per 1 januari 1999 haar diensten in deze kerk. De Gereformeerde kerk is in de loop van 2000 afgebroken (zie daar).

Bronvermelding van het (kerk)gebouw

Boeken
Geen informatie aanwezig
Tijdschriften en andere uitgaves
Geen informatie aanwezig

Hoofdorgel

Orgel locaties

Naam gebouw Plaats Periode
Hervormde Dorpskerk - Godeharduskerk Hoofdorgel Marrum -

Orgelhistorie

b: Jan Adolf Hillebrand, Leeuwarden 1831; M II ap: Man 9-Rugpos 7
r: Nicolaas Anthoni Lohmann, Leeuwarden 1832/33; het Hillebrand-orgel werd twee keer afgekeurd en uiteidelijk hersteld en verbeterd, kleine dispositiewijziging. Hij schoof diverse registers een halve toon op en verving een flink aantal pijpen
hierna werd het orgel goedgekeurd door Willem van Gruisen te Leeuwarden
op 28 april 1833 werd het vernieuwde orgel in gebruik genomen
- Gerhard Willem Lohman verzorgde tot aan 1844 bijna jaarlijks klein onderhoud
- Willem Hardorff te Leeuwarden nam vanaf 1846 het onderhoud op zich
- in 1859 moest het orgel worden gedemonteerd wegens de bouw van een nieuwe toren. In 1860 werd het weer opgebouwd door Willem Hardorff, die toen tevens groot onderhoud uitvoerde
- Willem Hardorff na 1860 stembeurten
- Fokke Bakker, onderhoud in 1878 en 1879
r: Fa. Bakker & Timmenga, Leeuwarden 1880; reparatie aan de balgen
- jaarlijks onderhoud en stemmen door de Fa.Bakker & Timmenga te Leeuwarden tot 1943
r: Fa. H. Spanjaard, Amsterdam 1944/45; er werd nogal wat aan het orgel veranderd, zowel uiterlijk als inwendig. Er vond een heftige polerniek plaats tussen de orgelmakers Bakker & Timmenga en de drie toenmalige adviseurs Oosterhof, Zonderland en Stam
- Fa. Bakker & Timmenga, onderhoud vanaf 1946
- in 1966 werd aan de Fa. Flentrop te Zaandam gevraagd om de werkzaamheden die het orgel moet ondergaan, te inventariseren en begrootten. Het werd te duur en dus gebeurde er niks
r: Simon Bak 1973; hij krijgt de opdracht het orgel weer bespeelbaar te maken. Door het slechte werk dat wordt geleverd zal het Hillebrand-orgel nog tien jaar langer zwijgen
- begin tachtiger jaren ontstaan nieuwe restauratieplannen. Aan de orgelbouwer Haarsma te Drachten wordt gevraagd een offerte op te stellen. Weer te duur.
- het orgel was in 1988 onbespeelbaar
- Vanwege het voortschijdende S.o.W.-proces wordt voorrang gegeven aan de restauratie en herinrichting van de Godeharduskerk. De orgelrestauratie komt daardoor in 2001 op een laag pitje te staan.
- In 2008 zegt het Rijk subsidie toe voor een totale restauratie van het Hillebrand-orgel
r: Mense Ruiter Orgelmakers, Zuidwolde 2009/10; technisch herstel: het orgel verkeerde in deplorabele toestand, de windvoorziening (de balgen, windladen, windkanalisatie) werd gerestaureerd, evenals de register- en speelmechaniek van 1831/1833/1860 en de claviatuur uit 1833. Snij- en schilderwerk van de decoratie werden hersteld. Het pijpwerk is schoongemaakt en opnieuw gefolied. Ook de houten pijpen werden hersteld. Tenslotte is het orgel geherintoneerd: M II ap: Man 9-Rugpos 7
adviseur Stef Tuinstra
het orgel is op 5 november 2010 officieel weer in gebruik genomen
- Het pedaalwerk werd in 2009/10 ongemoeid gelaten. Het aangehangen pedaal zal door een vrij pedaal worden vervangen
r: Mense Ruiter Orgelmakers, Zuidwolde 2014; vrij pedaal met drie registers
adviseur Stef Tuinstra

Dispositie

2010 (Hillebrand/Ruiter):
Hoofdmanuaal C-f3
Bourdon 16, Praestant 8, Holpijp 8, Octaaf 4, Speelfluit 4, Quint 3, Woudfluit 2, Mixtuur III-IV, Trompet 8
Rugpositief C-f3
Fluit douce 8, Viola di Gamba 8, Fluit 8 discant vanaf c1, Praestant 4, Fluit d'Amour 4, Octaaf 2, Dulciaan 8
Pedaal C-d1
Aangehangen
Klavierkoppel bas/discant (1833), Tremulant (2010)
Er is een speciale - vrijwel gelijkzwevende - stemming aangebracht

Geen
foto
beschikbaar

Bronvermelding van het hoofdorgel

Boeken
Bakker: van Reitsum naar Gouderak 34
Gregoir, Edouard Georges Jacques (1822-1890): Historique de la facture et des facteurs d'orgues, Antwerpen (1865)132
Jongepier, Jan: achter het Friese orgelfront - tentoonstelling orgelbouw (1776-1926)10
Tijdschriften en andere uitgaves
contactbrief voor kerkenverzamelaars 24(1990)17, 40(1998)15, 42(1999)27, 65(2011)20
de Mixtuur 13(1974)252, 17(1975)337
de Orgelvriend 9(1981)6
het Orgel 6(1988)270, 11(1995)385
Laatste update: 2018-06-02 15:31:53